Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.1900-1901

DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Bescherming van Monumenten, [2]
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17408#0112

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
ioó

Bescherming van Monumenten.

ii.

(Vervolg van bladz. 60).

in de vorige aflevering van het bulletin behandelde ik de wenschclijk-
heid der beschrijving en classecring van de oude bouwwerken en van
de verdeeling over twee lijsten, niet name een algemecne lijst, waarop
alle eenigszins belangrijke gebouwen dienden vermeld te worden, en
een engere lijst, waarop alleen die meesterwerken mochten geplaatst
worden, wier buitengewoon architectonisch of historisch belang hun
behoud onder alle omstandigheden tot plicht stelt.

Deze beschrijving, hoe noodzakelijk en belangrijk ook om vol-
doende gegevens te verzamelen over de nog aanwezige bouwwerken,
blijft echter slechts een voorloopig werk, als het ware het samenstellen
van den legger voor hen, die met het toezicht op de naleving der na
te noemen bepalingen zullen belast worden.

Beschouwen wij thans de middelen, die aangewend kunnen
worden om de oude kunstwerken tegen te spocdigen ondergang te
beschermen.

i°. In de eerste plaats is noodzakelijk, dat de eigenaars of gebrui-
kers van geclassecrde gebouwen niet overgaan tot afbraak of eenigszins
ingrijpende veranderingen zonder tijdige voorafgaande kennisgeving aan
de (lommissie. Niet slechts tegen afbraak moet gewaakt worden, maar
evenzeer, zoo niet meer, tegen onkundige verfraaiingen of restauraties,
die, met de beste bedoelingen ondernomen, door de onvoldoende be-
kwaamheid van den architect, de geheele bouwkundige waarde van het
gebouw kunnen vernietigen. Reeds de Monialembert wees in zijn «Van-
dalisme en Franee« op het «Vandalisme Déstructcur» en het «Vanda-
lisme Restaurateurs als de grootste te bestrijden vijanden. •)

Deze verplichte kennisgeving vindt men in bijna alle nieuwere
wetgevingen o. a. in Beieren, het ontwerp van Raden, Frankrijk, Pruisen,
Hessen (1818), Hamburg, Griekenland, Oostenrijk, Rusland, Turkije,
enz. In Saksen en._Hessen heeft de staat de particuliere vercenigingen
gesteund door iedereen aan te sporen om aan deze vercenigingen
tijdig kennis te geven van voorgenomen verbouwingen. Dit geschiedde
o. a. ten behoeve van de «Deutsche Gcsellschaft für Anthropologie,
lïthnographie und rrgeschichte» te Leipzig en den «Histor. Verein«
in Hessen (1841).

I) Revue des deux mondes 1833, p. 477.
 
Annotationen