129
ring met comalijn; wij doen den ring en voorstelling op den steen hier-
onder afbeelden. ])
De vindplaats is in de nabijheid van de boerenhoeve Auspiciis
et telis, op een land dat de Nolle heet, het voorwerp werd op een
diepte van ongeveer 75 c.M. opgegraven; door den handel kwam het
in het Koninklijk Penningkabinet.
De ring is ongetwijfeld oud en wel van laat Homeinschen oor-
sprong; er is in gevat een cornalijn ter grootte van 15 bij 12 m.M. Op
dezen steen is gegraveerd de heldhaftige strijd van Bellerophon met
den Chimaera. Men weet dat Bellerophon strijden moest met dit monster,
op hem afgezonden door Sthenoboë's vader, den koning Iobates. Gelukkig
dat Bellerophon den Pegasus kon bestijgen; gezeten op dit gevleugelde
ros overwon hij het uit deelen van een leeuw, een geit en een slang
bestaande monster.
Dit motief komt o. a. op vazen veel voor, zoo b. v. Ivoscher
Myth. Lexicon s. v. Bellerophon sp. 763, verder op gesneden steenen
o. a. een zeer mooie lichte cornalijn van het Penningkabinet en bij
Imhoof Hlumer« Tier und Pflanzbilder auf lYfünzen und Gemment pl.
XXVI 18—19.
't Is merkwaardig dat het niet de eerste maal is dat in den
omtrek van Velzen oudheden worden gevonden. In 1866 werden door
het Universiteits Penningkabinet te Leiden aangekocht een vijftal na-
bootsingen van Byzantijnsche munten die men vermeld vindt in van
der Chijs' boekje over genoemd kabinet p. 53 en in zijn Munten dei-
Frankische en Duitsch-Nederlandsche vorsten op plaat XXII. Deze
stukken werden gevonden bij het graven van het kanaal naar IJmuiden,
in de nabijheid van Velsen.
Op het gebied der Glyptiek werden in den laatstcn tijd nog twee
belangrijke stukken aangekocht voor het kabinet, 't Eerste is een ge-
sneden steen hyacinth, zonder voorstelling er in gegraveerd, het werd
gevonden te Birten (bij Xanten) en is merkwaardig omdat het een
aanwijzing is hoe men de steenen behandelde.
Zeer waarschijnlijk namen de goudsmeden die de legioenen be-
ring met comalijn; wij doen den ring en voorstelling op den steen hier-
onder afbeelden. ])
De vindplaats is in de nabijheid van de boerenhoeve Auspiciis
et telis, op een land dat de Nolle heet, het voorwerp werd op een
diepte van ongeveer 75 c.M. opgegraven; door den handel kwam het
in het Koninklijk Penningkabinet.
De ring is ongetwijfeld oud en wel van laat Homeinschen oor-
sprong; er is in gevat een cornalijn ter grootte van 15 bij 12 m.M. Op
dezen steen is gegraveerd de heldhaftige strijd van Bellerophon met
den Chimaera. Men weet dat Bellerophon strijden moest met dit monster,
op hem afgezonden door Sthenoboë's vader, den koning Iobates. Gelukkig
dat Bellerophon den Pegasus kon bestijgen; gezeten op dit gevleugelde
ros overwon hij het uit deelen van een leeuw, een geit en een slang
bestaande monster.
Dit motief komt o. a. op vazen veel voor, zoo b. v. Ivoscher
Myth. Lexicon s. v. Bellerophon sp. 763, verder op gesneden steenen
o. a. een zeer mooie lichte cornalijn van het Penningkabinet en bij
Imhoof Hlumer« Tier und Pflanzbilder auf lYfünzen und Gemment pl.
XXVI 18—19.
't Is merkwaardig dat het niet de eerste maal is dat in den
omtrek van Velzen oudheden worden gevonden. In 1866 werden door
het Universiteits Penningkabinet te Leiden aangekocht een vijftal na-
bootsingen van Byzantijnsche munten die men vermeld vindt in van
der Chijs' boekje over genoemd kabinet p. 53 en in zijn Munten dei-
Frankische en Duitsch-Nederlandsche vorsten op plaat XXII. Deze
stukken werden gevonden bij het graven van het kanaal naar IJmuiden,
in de nabijheid van Velsen.
Op het gebied der Glyptiek werden in den laatstcn tijd nog twee
belangrijke stukken aangekocht voor het kabinet, 't Eerste is een ge-
sneden steen hyacinth, zonder voorstelling er in gegraveerd, het werd
gevonden te Birten (bij Xanten) en is merkwaardig omdat het een
aanwijzing is hoe men de steenen behandelde.
Zeer waarschijnlijk namen de goudsmeden die de legioenen be-