Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.1900-1901

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Dompierre de Chaufepié, H. J. de: Een gesneden steen bij Groesbeek gevonden
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17408#0164

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
158

Een gesneden steen bij Groesbeek gevonden.

't Verheugt ons weder in dc gelegenheid te zijn dc aandacht der
lezers van dit Bulletin te kunnen vestigen op een zeer merkwaardigen
gesneden steen, ') die onlangs gevonden werd bij Groesbeek.

De vindplaats op zich zelf is reeds merkwaardig. Dc Hoender-
berg, 2) waar men deze gemme heeft opgegraven, ligt op 6 Romeinschc
mijlen van Nijmegen in dc onmiddelijke nabijheid van Groesbeek; over
dien berg nu liep een Romeinsche weg, die Nijmegen met Gennep ver-
bond. Tal van voor-historische, Romeinsche en Frankische oudheden zijn
in deze buurt gevonden. De steen, een soort lichte cornalijn die door
een of anderen chemischen invloed met eene witachtige laag overtogen is,
geeft als voorstelling een hoogst belangrijke episode uit het athleten-
leven. Wij zien een persoon die de rechterhand opheft als om ccnen
slag te geven en de linker terug trekt, gereed om daaraan een stomp
toe te voegen, 't linkerbeen is opgeheven, waarschijnlijk om den tegen-
stander beentje te lichten of althans te trappen. Over den aanvaller
staat in afweerende houding de verdediger, die het rechterbeen achteruit
strekt en op het linker steunt om den dreigenden aanval van zijnen
woester» tegenstander te stuiten en op zijn beurt aanvallend op te treden.

Achter hen staat of de vechtmeester of een herme; dit is niet
duidelijk te zien.

't Is eene voorstelling van Pankratiasten; dit waren athleten
die in het pancratium streden. Bij Gellius XIII 28, 3 en 4 lezen
wij de meest uitgebreide beschrijving van deze wijze van worstelen
«illi ad certandum vocati proiectis alte bracchüs consistent caputque et os
«suum manibus oppositis quasi vallo praemuniunt« . .. dit is de geheele
omschrijving van de houding van den kleinsten persoon op onzen steen.
Op vazen o. a. Hist. Bilderatlas pl. XXI 2, zien wij hetzelfde gevecht;
op een grafsteen van Halimus, die door Bendorf besproken wordt in
den Anzeiger der philosoph — historischen Classe Jahrg. 1886 No. XXII
van de Weensche Academie (Bilderatlas plaat XXI) 3) zien wij een

1) De reproductie geschiedde naar eene teekening van den heer Bijtel, op dubb'ele

grootte.

2) Verg. Pleyte, Nederlandsche Oudheden, Gelderland [I, p. 34.

3) Prol, Dr. J. Six wees ons op deze verhandeling.
 
Annotationen