233
en f 17.500), doch om te voorkomen dat naast de enkele gebouwen
die gerestaureerd worden, de groote massa wordt vernield of langzaam ver-
wordt, daarvoor zijn tot heden geen ernstiger pogingen gedaan, dan
het uitvaardigen van een aantal ministerieele circulaires, die door de
betrokken besturen voor kennisgeving werden aangenomen.
Het is thans meer dan tijd dat overgegaan wordt tot krachtiger
bescherming. Dagelijks worden oude bouwwerken bedreigd door stads-
uitbreiding en bouwwoede. Andere worden door onkundigen onkenbaar
verminkt of geheel verwaarloosd. Het is onze plicht met kracht op be-
schermende maatregelen aan te dringen en als één man pal te staan in
den strijd, zoolang nog één monument blootgesteld is aan langzaam
verval of snelwerkende vernieling.
Reeds is eenig succes verkregen door de pogingen van belang-
stellende oudheidkundigen en vereenigingen, die een krachtigen steun
vonden bij de pers, bij hun pogen tot behoud, en met de geringe
middelen is gewoekerd door den referendaris van K. en W., die door
zijn erkende groote werkkracht en onbegrensde toewijding althans voor
een deel wist te vergoeden wat de wetgeving ons onthoudt. Jaren lang
was hij nagenoeg de eenige die optrad voor het behoud der kunst-
werken en, nu in ruimer kring het belang hiervan wordt erkend, is hij
nog steeds hun krachtigste verdediger. Doch wat hij hierin bereikte was
buiten de verplichtingen van zijne betrekking verbonden. Mag nu de
wetgever zich nog langer gedekt achten door hetgeen een ambtenaar
buiten zijn engere ambtstaak verricht? En vooral thans, nu door de
verkiezing te Weert de directe medewerking van Jhr. de Stuers aan het
departement moet ontvallen? Als ambtenaar zal hij worden vervangen,
doch moeilijk zal het zijnen opvolger vallen om in stuwende kracht, in tal
van relaties en in het tegen ieder met kracht verdedigen der hem toever-
trouwde belangen, ook maar van verre zijnen voorganger nabij te streven.
Door hem werden tal van monumenten gered, door de plaatse-
lijke belangstellenden op te wekken en door de aanvragen om bijdragen
van het Rijk te steunen, of door er een nuttig gebruik voor te vinden
in 's lands dienst, zooals voor de Vleeschhal te Haarlem, de Sassenpoort
te Zwolle, de Abdij te Middelburg, de Kanselarij te Leeuwarden, het
Slot te Medemblik en het Prinsenhof te Delft.
Het behoud van dergelijke kunstwerken mag echter niet worden
overgelaten aan het meer of minder succes van het streven van één
persoon, maar moet boven alle personenkwesties een verzekering vinden
in de krachtige bescherming der wet.
Hoever deze zich zal uitstrekken, wensch ik thans niet te bespre-
ken. Mijn gedachten hierover heb ik reeds vroeger ontvouwd. De strek-
king van de wet zal moeten zijn om, met zoo weinig mogelijk belem-
mering voor de bezitters, het behoud der belangrijkste kunstwerken te
verzekeren.
en f 17.500), doch om te voorkomen dat naast de enkele gebouwen
die gerestaureerd worden, de groote massa wordt vernield of langzaam ver-
wordt, daarvoor zijn tot heden geen ernstiger pogingen gedaan, dan
het uitvaardigen van een aantal ministerieele circulaires, die door de
betrokken besturen voor kennisgeving werden aangenomen.
Het is thans meer dan tijd dat overgegaan wordt tot krachtiger
bescherming. Dagelijks worden oude bouwwerken bedreigd door stads-
uitbreiding en bouwwoede. Andere worden door onkundigen onkenbaar
verminkt of geheel verwaarloosd. Het is onze plicht met kracht op be-
schermende maatregelen aan te dringen en als één man pal te staan in
den strijd, zoolang nog één monument blootgesteld is aan langzaam
verval of snelwerkende vernieling.
Reeds is eenig succes verkregen door de pogingen van belang-
stellende oudheidkundigen en vereenigingen, die een krachtigen steun
vonden bij de pers, bij hun pogen tot behoud, en met de geringe
middelen is gewoekerd door den referendaris van K. en W., die door
zijn erkende groote werkkracht en onbegrensde toewijding althans voor
een deel wist te vergoeden wat de wetgeving ons onthoudt. Jaren lang
was hij nagenoeg de eenige die optrad voor het behoud der kunst-
werken en, nu in ruimer kring het belang hiervan wordt erkend, is hij
nog steeds hun krachtigste verdediger. Doch wat hij hierin bereikte was
buiten de verplichtingen van zijne betrekking verbonden. Mag nu de
wetgever zich nog langer gedekt achten door hetgeen een ambtenaar
buiten zijn engere ambtstaak verricht? En vooral thans, nu door de
verkiezing te Weert de directe medewerking van Jhr. de Stuers aan het
departement moet ontvallen? Als ambtenaar zal hij worden vervangen,
doch moeilijk zal het zijnen opvolger vallen om in stuwende kracht, in tal
van relaties en in het tegen ieder met kracht verdedigen der hem toever-
trouwde belangen, ook maar van verre zijnen voorganger nabij te streven.
Door hem werden tal van monumenten gered, door de plaatse-
lijke belangstellenden op te wekken en door de aanvragen om bijdragen
van het Rijk te steunen, of door er een nuttig gebruik voor te vinden
in 's lands dienst, zooals voor de Vleeschhal te Haarlem, de Sassenpoort
te Zwolle, de Abdij te Middelburg, de Kanselarij te Leeuwarden, het
Slot te Medemblik en het Prinsenhof te Delft.
Het behoud van dergelijke kunstwerken mag echter niet worden
overgelaten aan het meer of minder succes van het streven van één
persoon, maar moet boven alle personenkwesties een verzekering vinden
in de krachtige bescherming der wet.
Hoever deze zich zal uitstrekken, wensch ik thans niet te bespre-
ken. Mijn gedachten hierover heb ik reeds vroeger ontvouwd. De strek-
king van de wet zal moeten zijn om, met zoo weinig mogelijk belem-
mering voor de bezitters, het behoud der belangrijkste kunstwerken te
verzekeren.