DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:Officieele Mededeelingen / Staatsbegrooting voor het jaar 1901
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17408#0063
58
Door het bestuur van den Nederl. Oudheidk. Rond werd naar
aanleiding van de voorgenomen slooping van de Boddelpoort te Nij-
megen aan den raad een adres gericht, waarin de voor de slooping
aangevoerde motieven werden weerlegd en op grond vau de historische
en architectonische waarde van het bouwwerk op behoud van het bouw-
werk werd aangedrongen.
Staatsbegrooting voor het jaar 1901.
Na het uitvoerig overzicht der posten op de staatsbegrooting
voor het jaar 1900 (Bulletin I, bl. 27— 29) kan hier volstaan worden
met een overzicht der belangrijkste veranderingen.
Behoudens kleine verhoogingen voor de traktementen van amb-
tenaren aan de school voor kunstnijverheid en het Rijksmuseum te
Amsterdam en eene verhooging van f500.— voor afgietsels ten behoeve
der teekenscholcn (art. 197) wijkt de begrooting weinig af van die over
1900. Alleen is voor het stichten en inrichten van nieuwe lokalen aan
het Rijksmuseum te Amsterdam f 5000.— minder aangevraagd. Onder
dezen post (van f 36.100) is begrepen f 1000.— voorliet opstellen van
sculpturale bouwfragmenten (art. 226).
De totaalbedragen voor rijkssubsidie en onderhoud van monu-
menten zijn gelijk gebleven, doch de verdeeling is eenigszins gewijzigd.
Hij de. gesubsidieerd!' gebouwen zijn vrij gekomen de toren te Brielle
(f 3000.—), de kerk te Meerssen (f 2500.—) en de abdijkerk te Rolde
(2500.—), welke bedragen thans verdeeld worden over de kerk te
Gouda (f 1500.— meer wegens extra kosten, veroorzaakt door de slechte
fundcering), den toren te Rhenen (f 2000.— meer), de kerk te Medem-
blik (f 2500.— reeds genoemd in de begrooting voor 1900), en de kerk
te Wilsum, waarvoor dit jaar voor het eerst f 2500.— is aangevraagd.
De bijdrage voor den toren te Rhenen is de laatste; het verleenen
van subsidie voor het verder deel der kerk wordt voorloopig aange-
houden om de begrooting niet te bezwaren.
Tot toelichting van de subsidie van de kerk te Winsum bij
Kampen wordt gewezen op den hoogen ouderdom van dit gebouw, waar-
van een groot deel dagteekent van vóór de XIe eeuw. De toestand
van buitenbekleeding, ramen en dak is slecht en eischt onmiddelijke
voorziening, teneinde het reeds vergevorderd sloopingswerk te stuiten.
Reeds in 1899 wendde het onbemiddelde kerkbestuur zicli tot de regce-
Door het bestuur van den Nederl. Oudheidk. Rond werd naar
aanleiding van de voorgenomen slooping van de Boddelpoort te Nij-
megen aan den raad een adres gericht, waarin de voor de slooping
aangevoerde motieven werden weerlegd en op grond vau de historische
en architectonische waarde van het bouwwerk op behoud van het bouw-
werk werd aangedrongen.
Staatsbegrooting voor het jaar 1901.
Na het uitvoerig overzicht der posten op de staatsbegrooting
voor het jaar 1900 (Bulletin I, bl. 27— 29) kan hier volstaan worden
met een overzicht der belangrijkste veranderingen.
Behoudens kleine verhoogingen voor de traktementen van amb-
tenaren aan de school voor kunstnijverheid en het Rijksmuseum te
Amsterdam en eene verhooging van f500.— voor afgietsels ten behoeve
der teekenscholcn (art. 197) wijkt de begrooting weinig af van die over
1900. Alleen is voor het stichten en inrichten van nieuwe lokalen aan
het Rijksmuseum te Amsterdam f 5000.— minder aangevraagd. Onder
dezen post (van f 36.100) is begrepen f 1000.— voorliet opstellen van
sculpturale bouwfragmenten (art. 226).
De totaalbedragen voor rijkssubsidie en onderhoud van monu-
menten zijn gelijk gebleven, doch de verdeeling is eenigszins gewijzigd.
Hij de. gesubsidieerd!' gebouwen zijn vrij gekomen de toren te Brielle
(f 3000.—), de kerk te Meerssen (f 2500.—) en de abdijkerk te Rolde
(2500.—), welke bedragen thans verdeeld worden over de kerk te
Gouda (f 1500.— meer wegens extra kosten, veroorzaakt door de slechte
fundcering), den toren te Rhenen (f 2000.— meer), de kerk te Medem-
blik (f 2500.— reeds genoemd in de begrooting voor 1900), en de kerk
te Wilsum, waarvoor dit jaar voor het eerst f 2500.— is aangevraagd.
De bijdrage voor den toren te Rhenen is de laatste; het verleenen
van subsidie voor het verder deel der kerk wordt voorloopig aange-
houden om de begrooting niet te bezwaren.
Tot toelichting van de subsidie van de kerk te Winsum bij
Kampen wordt gewezen op den hoogen ouderdom van dit gebouw, waar-
van een groot deel dagteekent van vóór de XIe eeuw. De toestand
van buitenbekleeding, ramen en dak is slecht en eischt onmiddelijke
voorziening, teneinde het reeds vergevorderd sloopingswerk te stuiten.
Reeds in 1899 wendde het onbemiddelde kerkbestuur zicli tot de regce-