Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 7.1906

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Muntvondst te Deventer - O. L. V. of Groote Kerk te Dordrecht - Rmoeinsche oudheden te Geldermalsen en in Overijsel
DOI Artikel:
Hoefer, Frederik Adolph: Het z.g. Linaeustorentje te Hraderwijk
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17413#0023

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
17

Romeinsche oudheden te Geldermalsen en in Overijsel.

Op het weiland achter »Battesteyn" onder Geldermalsen, het eigendom
van den Heer G. Murman aldaar, werden reeds in Maart en April van
het jaar 1905 verscheidene Romeinsche voorwerpen gevonden, waaronder
vaatwerk o. a. eenige stukken van terra sigillata met merken. Zeer merk-
waardig zijn vooral een bronzen schaaltje met steel en een bronzen kannetje.

Kortgeleden werd ongeveer op dezelfde plaats een goed bewaarde urn
opgegraven.

in de Achterhoek van Overijssel werden door den heer Mr. G. ter Kuile
bij Ootmarsum en de heer P. J. Gelderman bij Oldenzaal zeer merkwaardige
oude urnen opgegraven.

Het z.g. Linaeustorentje te Harderwijk.

Wanneer men te Harderwijk van de Donckerstraat de voormalige
St. Catharinasteeg, thans de Akademiestraat, inslaat, trekt onmiddellijk aan
de linkerhand een sierlijk, op zich zelf staand torentje de aandacht. Opge-
trokken in baksteen, waarvan de steenen gemiddeld 0.20 M. lang en
0.045 dik zijn. vormt het torentje in horizontale doorsnede een regel-
matigen achthoek. Van onderen is het voorzien van een plint, van den
beganen grond af 33 lagen tellende. Hierboven is het verdeeld in twee
afdeelingen, gescheiden van elkander door een zandsteenen lijst. De bovenste
lijst der tweede afdeeling. waarover het dak eenigszins uitsteekt, bestaat
uit, twee lagen baksteen die een hol en een kraal vormen. Op elk dei-
acht hoeken daar ter plaatse is de baksteen door een stuk zandsteen met
hetzelfde profiel vervangen.

In elke afdeeling vormen de opstaande zijden op het achthoekig
grondvlak lisenen, waardoor in elke afdeeling acht verdiepte vakken
ontstaan. Die der eerste afdeeling zijn van boven rechthoekig gesloten, die
der tweede afdeeling met kielbogen. Even onder deze bogen, zijn in elk
dezer verdiepte vakken raampjes aangebracht, die eertijds met luiken ge-
sloten werden. Bij sommige zijn de duimen nog aanwezig. Voor den aanslag
der luiken zijn de baksteenen rechthoekig ingekapt.

In een der vakken van de onderste afdeeling is een steen met het
jaartal 1570 aangebracht. Van het bovenste gedeelte van dien steen is alleen
nog het linkerstuk, vertoonende een kruis, gaaf. De rechterhelft is afgekapt,
maar was. afgaande op de moet, eveneens van een kruis voorzien.

In het links daarbij aansluitend vak is later een kleine diepe nis
gemaakt, waarin een beeld van Linaeus staat, zooals het er onder geplaatste
zwarte bord met witte blokletters »Linaeus" aangeeft. Naar dit borstbeeld
wordt dit torentje ook wel het Linaeustorentje genoemd.

De spits is met Rijnleien gedekt.

Dit torentje diende eertijds als traptoren van het er tegenaan staande
 
Annotationen