Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 7.1906

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Mulder, Adolph: De grafkelder der graven van Rechteren onder het koor der Nederl. Hervormde Kerk te Almelo
DOI Artikel:
Neuwe Kerk te Amsterda,
DOI Artikel:
Boeles, P. C. J. A.: De Terp te Britsum en de runen-inscriptie
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17413#0058

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
52

wij bij ons bezoek aan den grafkelder in één der steenen pijlers een
ingemetselden steen ontdekten met het inschrift:

Ge

maekt

1771.

waren wij vast overtuigd, dat dit gedenksteentje wel degelijk en waarachtig
ons het jaar van den bouw van den grafkelder der graven van Rechteren
openbaarde.

Dergelijke i8c-eeuwsche kelders met soortgelijke gewelven komen
zoowel onder particuliere gebouwen als onder kerkkoren meer voor. Zoo
is b.v. het koor der Kloosterkerk te 's-Gravenhage geheel onderkelderd en
bezit bijna dezelfde pijlers, dezelfde ellipsvormige gordelbogen en dezelfde
ellipsvormig getoogde gewelven als de hier besproken grafkelder in de kerk
te Almelo. Niemand heeft echter tot nu toe dien kelder een krocht durven
noemen.

Het is dan ook mijne vaste overtuiging, dat het aantal der ondergrondsche
kerken in Nederland door deze ontdekking niet vermeerderd is.

's-Gravenhage, April 1906. Adolph Mulder.

Nieuwe Kerk te Amsterdam.

Een der pijlers op den hoek van transept en schip van de Nieuwe
Kerk vertoonde sedert eenigen tijd neiging om binnenwaarts te wijken,
gelijk een 10-tal jaren geleden een soortgelijke pijler deed. Men heeft den
pijler thans, evenals toen gebeurde, met trekstangen in den gevel bevestigd
en verwacht dat deze voorzichtigheidsmaatregel afdoende zal zijn om verdere
afwijkingen te voorkomen. Het verschijnsel behoeft, naar de architect der
kerkgebouwen, de heer Posthumes Meijjes, meent, geen ongerustheid
te wekken. N. R. C, 23 Mei 1906.

De Terp te Britsum en de runen-inscriptie.

Het dorp Britsum ligt ongeveer zeven kilometers pal ten noorden van
Leeuwarden, boven op eene zeer uitgestrekte terp, die sedert eenige jaren
langzaam aan het verdwijnen is. Er is bijna geen oog op te houden, omdat
er op verschillende plaatsen tegelijk gegraven wordt, hetgeen o. a. den
7 April 1. 1. het geval was, toen ik, uitgelokt door het prachtige voorjaars-
weer, weer eens een kijkje nam bij dat graven.

Op vrij grooten afstand van de kerk, ten noordoosten, gaat de exploitatie
nog in den ouden trant: er is een terpvaart gegraven, waarlangs de schepen
midden in de terp komen, en de schippers zijn met al het »volk", zoons
en dochters, dapper aan het graven en kruien, alleen »'t wiif" blijft aan
 
Annotationen