DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:Verslagen
DOI Artikel:Muurschildering in de Nieuwe Kerk te Delft
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17413#0168
ióo
meer afdoend argument dan het onderhavige kunnen aanvoeren om de
Rijks-commissie van hare dwaling te overtuigen.
En hiermede willen we onze beschouwing over het derde jaarverslag
der Rijks-commissie voornoemd eindigen; nog enkele andere misstellingen
komen daarin voor, doch deze zijn van te ondergeschikt belang, om den
lezers van het Bulletin belang in te boezemen.
Wij hebben slechts willen wijzen op eenige onjuistheden, die in een
officieel verslag niet mogen voorkomen en die uit den aard van het mee-
gedeelde belangrijk genoeg zijn om daartegen op te komen.
De indruk, dien wij van het verslag hebben gekregen, is dan ook
geweest, dat dit niet met de noodige zorg is opgemaakt; want, waar inde
eene mededeeling een tiental jaren, in de andere eene eeuw wordt misge-
tast — ja, waar zelfs in eene opgaaf een tijdsverschil van vijf eeuwen voor-
komt, daar wordt toch wel het bewijs geleverd, dat de samenstelling, op
zijn zachtst uitgedrukt, niet met die zorg is geschied, als men bij een officieel
verslag zou mogen verwachten.
's Gravenhage, October 1906. Adolph Mulder.
Zonder ons partij te stellen in het geschil tusschen de H.H. Mulder
en Hoefer moeten wij opmerken, dat het verslag blijkens de onderteekening
op 20. Februari werd vastgesteld, zoodat hierbij moeilijk nota kon genomen
worden van het artikel van den heer Mulder in de yj/<?z-aflevering van dit
Bulletin verschenen. , Red.
Oude Monumenten.
Muurschildering in de Nieuwe Kerk te Delft.
In de Nieuwe Kerk te Delft zijn, in de nabijheid van het praalgraaf van
Willem den Zwijger, op enkele van de twaalf daar staande kolommen,
schilderingen ontdekt. De vorige week was een metselaar bezig deze
kolommen af te bikken en opnieuw bij te pleisteren, waarna dan een
kwast kalk een wit oppervlak zou aanbrengen.
De aandacht van den werkman werd getroffen door een donkeren
ondergrond en, bij verder onderzoek, vertoonde zich een blauw vlak. Hij
waarschuwde zijn meerderen en de kerkvoogdij, die onmiddelijk het oordeel
inwon van den heer J. L. Schouten, onzen bekenden kunst- en oudheidkenner.
Dien raad volgende, heeft men voorzichtig verder blootgelegd, zoodat
thans een vrouwenfiguur tamelijk goed zichtbaar is. Men vermoedt met
schilderingen uit het begin der 14e eeuw te doen te hebben, die aange-
bracht werden bij den bouw van de toenmaals aan St. Ursula gewijde
kerk. Zeer waarschijnlijk wordt het geacht, dat alle twaalf kolommen al-
dus versierd zijn. JV. R. Ct. 16 Oct. 1906 II. B.
meer afdoend argument dan het onderhavige kunnen aanvoeren om de
Rijks-commissie van hare dwaling te overtuigen.
En hiermede willen we onze beschouwing over het derde jaarverslag
der Rijks-commissie voornoemd eindigen; nog enkele andere misstellingen
komen daarin voor, doch deze zijn van te ondergeschikt belang, om den
lezers van het Bulletin belang in te boezemen.
Wij hebben slechts willen wijzen op eenige onjuistheden, die in een
officieel verslag niet mogen voorkomen en die uit den aard van het mee-
gedeelde belangrijk genoeg zijn om daartegen op te komen.
De indruk, dien wij van het verslag hebben gekregen, is dan ook
geweest, dat dit niet met de noodige zorg is opgemaakt; want, waar inde
eene mededeeling een tiental jaren, in de andere eene eeuw wordt misge-
tast — ja, waar zelfs in eene opgaaf een tijdsverschil van vijf eeuwen voor-
komt, daar wordt toch wel het bewijs geleverd, dat de samenstelling, op
zijn zachtst uitgedrukt, niet met die zorg is geschied, als men bij een officieel
verslag zou mogen verwachten.
's Gravenhage, October 1906. Adolph Mulder.
Zonder ons partij te stellen in het geschil tusschen de H.H. Mulder
en Hoefer moeten wij opmerken, dat het verslag blijkens de onderteekening
op 20. Februari werd vastgesteld, zoodat hierbij moeilijk nota kon genomen
worden van het artikel van den heer Mulder in de yj/<?z-aflevering van dit
Bulletin verschenen. , Red.
Oude Monumenten.
Muurschildering in de Nieuwe Kerk te Delft.
In de Nieuwe Kerk te Delft zijn, in de nabijheid van het praalgraaf van
Willem den Zwijger, op enkele van de twaalf daar staande kolommen,
schilderingen ontdekt. De vorige week was een metselaar bezig deze
kolommen af te bikken en opnieuw bij te pleisteren, waarna dan een
kwast kalk een wit oppervlak zou aanbrengen.
De aandacht van den werkman werd getroffen door een donkeren
ondergrond en, bij verder onderzoek, vertoonde zich een blauw vlak. Hij
waarschuwde zijn meerderen en de kerkvoogdij, die onmiddelijk het oordeel
inwon van den heer J. L. Schouten, onzen bekenden kunst- en oudheidkenner.
Dien raad volgende, heeft men voorzichtig verder blootgelegd, zoodat
thans een vrouwenfiguur tamelijk goed zichtbaar is. Men vermoedt met
schilderingen uit het begin der 14e eeuw te doen te hebben, die aange-
bracht werden bij den bouw van de toenmaals aan St. Ursula gewijde
kerk. Zeer waarschijnlijk wordt het geacht, dat alle twaalf kolommen al-
dus versierd zijn. JV. R. Ct. 16 Oct. 1906 II. B.