Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 7.1906

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Boekbeoordeeling
DOI Artikel:
De Wild, C. F. L.: Het beheer der Italiaansche Kunstschatten
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17413#0033

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
27

de vervaardiging der schilderijen prenten ernaar gesneden zijn, hadden die
vermeld moeten zijn, zooals de reeks kapitale prenten van Dirck Matham,
Persyn e. a. naar de twaalf maanden van Joachim von Sandrart (234—245).
Ze zijn geschilderd voor de keurvorstelijke verzameling te München, wat
we weten uit Vondeks »Bijschriften op de twalef maenden, opgehangen te
München, inde Galerye Zijner Doorluchtigheit van Baiere, en geschildert
door Joachime Sandrart."

Nog een kleinigheid. Dat Abraham Mignon bij de Duitsche schilders
gerangschikt is, zijn we gewoon, en het is een algemeene en verklaarbare
eigenschap, in dit opzicht naar zich toe te halen zoo veel maar mogelijk
is; maar dat zelfs de in den Haag geboren en gestorven Constantijn Netscher
onder de Duitsche schilders figureert, omdat zijn vader te Heidelberg
geboren was, is het kunsthistorisch chauvinisme toch wel wat heel ver
gedreven.

Amsterdam. E. W. Moes.

Het beheer der Italiaansche Kunstschatten.

Het zal sommige lezers wellicht verwonderen, in een Nederlandsch
tijdschrift een aanklacht te vinden, gericht tot het beheer der Italiaansche
kunstschatten uit de openbare verzamelingen. Trouwens, de opmerking, dat
de behandeling van een dergelijke kwestie, in een Italiaansch blad of tijd-
schrift thuisbehoort, is mij allerminst nieuw. Ook ik had aan mijn oorspronkelijk
plan, deze zaak in een Italiaansch blad te bespreken, de voorkeur gegeven,
maar de treurige ervaringen dienaangaande, hebben mij doen besluiten,
dichter bij huis een onderkomen te zoeken. Het is moeilijk de waarheid
ingang te doen vinden, maar bovenal in de buitenlandsche pers, die niet
zoo spoedig hare kolommen voor dergelijke grieven van buitenlanders,
openstelt. Het deed mij daarom genoegen in dit tijdschrift een plaats te
vinden, zoodat ik de kans bezit, ook anderen voor de zaak te winnen, die
mij ter harte gaat. Ik hoop dat ik mijne verwachtingen niet te hoog stel
door te veronderstellen, dat het behoud van de kunstschatten der Italiaansche
openbare verzamelingen, waaronder zoovele prachtige specimina van Oud-
Hollandsche kunst, ook hier te lande de algemeene aandacht verdient.

Toen ik dezen zomer de verschillende museums te Rome, Napels
en Florence bezocht, waren er ruim tien jaren verloopen sinds een vorig
bezoek, maar wederom maakte de algemeen ontredderde toestand, waarin
deze verzamelingen verkeeren, een beangstigenden indruk op mij. Ik heb
mijzelf afgevraagd, hoe het mogelijk is, dat in onzen tijd van grenzenlooze
kunstvereering, een dergelijke toestand nog voort kan duren; heeft men
 
Annotationen