Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 7.1906

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Museum te Nijmegen
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: De verzameling Bisschop in het Friesch Museum
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17413#0159

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
i5i

aandrang te verzoeken deze aanleiding niet te laten voorbijgaan, maar
door de stichting van een doelmatig Museum de oudere verzameling, die,
behalve Romeinsche oudheden, ook tal van hoogst belangrijke voorwerpen
uit latere tijden (munten, meubelen, prenten, teekeningen enz.) bevat,
beter tot haar recht te doen komen en tevens een waardige bewaarplaats
te scheppen voor de inderdaad eenige verzameling Kam.

De verzameling Bisschop in het Friesch Museum.

Wie kent niet de met zooveel smaak ingerichte vertrekken van de
Villa Frisia in Scheveningen, waar de beminnelijke eigenaar met zooveel
liefde zijne rijke verzamelingen aan de gelukkige bezoekers toonder Wie
het voorrecht had hier door den heer Chr. Bisschop zelf te worden
rondgeleid, vergeet niet licht de rijke schat van kunstwerken, grootendeels
bijeengebracht in een tijd, dat nog alleen het kunstenaarsoog zich tot die
voorwerpen voelde aangetrokken, en het verzamelen nog geen mode was
geworden voor het geld-rijke ploertendom, waardoor de prijzen tot het
tegenwoordig niveau werden opgedreven.

Het was bekend, dat Bisschop het voornemen had zijne collectie aan
zijn geliefd Friesland te vermaken, doch de kunstenaar overleed (6 Oct. 1904),
vóórdat hij hieraan uitvoering had gegeven. Zijne weduwe Mevr. K. Bisschop —
Swift verraste daarna het Museum door de geheele collectie bij schrijven
van Februari 1905 aan de provincie ten geschenke aan te bieden, onder
behoud van het vruchtgebruik van een gedeelte. De Staten van Friesland
namen op zich voor de kosten van overname en inrichting te zorgen en
reeds in dit jaar zal een gedeelte door de provincie kunnen overgenomen
worden.

Naar aanleiding hiervan geeft de heer Mr. P. C. J. A. Boeles een
overzicht van de verzameling in »De Vrije Fries'', deel XX, afl. 3 en 4,
waaraan wij het volgende ontleenen.

Bisschop was artiest, geen kunsthistoricus, en zijne collectie geeft
hiervan het bewijs. Er is niet streng een lijn getrokken, waarbinnen alleen
plaats was voor voorwerpen uit één periode en uit één landstreek, er is
bijeengebracht wat het kunstenaarsoog trof en het is zoodanig geschikt, als
het het meest aan den smaak van den verzamelaar voldeed. Men vindt er
voorwerpen op allerlei gebied, houtsculptuur uit de 15e en 16e eeuw, waar-
onder een merkwaardig kraambed van Maria, afkomstig uit een kerk te
Breda, veel Delftsch aardewerk, 17e eeuwsch meubilair, grootendeels aange-
kocht te Hindeloopen en op Ameland, een gobelin, een prachtig üuitsch
kleed uit 1589, rijke Oostersche tapijten en eenige specimens van gebrand
glas in lood. Onder het zilverwerk munten uit een brandewijnskom door
een der van der Lelie's en een rijk basreliëf, de graflegging van Christus.
 
Annotationen