Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 7.1906

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
De Wild, C. F. L.: Het beheer der Italiaansche Kunstschatten
DOI Artikel:
[Brief]
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17413#0039

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
jj

Ik heb achtereenvolgens verschillende middelen genoemd, die in staat
zijn. het behoud van een schilderij te verzekeren, maar ik moet er
nadrukkelijk aan toevoegen, dat het beste middel niets baat, wanneer
't onoordeelkundig wordt toegepast, want een ongeoefende hand kan meer
bederven dan de tand des tijds. Voor het behoud der kunstschatten van
Italië mogen slechts de beste middelen, de meestgeoefende handen en
tevens de grootste piëteit ten dienste gesteld worden.

Wanneer zal dit geschieden? Hoe lang zal de nu onhoudbare toestand
duren? Dit heb ik mijzelf meermalen afgevraagd en soms scheen mij
de toestand beangstigend, als stond ik voor een reusachtigen muur van
vooroordeel en zorgeloosheid, waartegen mijn stem niet bestand zou blijken.

Toch wilde ik mijn taak volbrengen, al bestond mijn belooning voorloopig
slechts daarin, mij door dit schrijven »acquit de conscience" te verschaften.

Niet dat ik daarna in zalige zelfvoldoening zal rusten, het verdere aan
het .noodlot overlatende; maar ik ben overtuigd dat het nog heel wat moeite
en geduld zal kosten, wil ooit de Italiaansche bureaucratie zich voor deze
zaak interesseeren. C. F. L. de Wild.

Rotterdam, December 1903.

Geachte Redactie.

In n°. 6 Jaargang VI van het Bulletin staat op blz. 174 een uittreksel
afgedrukt uit het Verslag omtrent den toestand en de aanwinsten van het
Museum Boijmans over het jaar 1904.

De laatste zin van dat extract: Een nieuwe uitbreiding ontving het
museum door de inrichting van eene rariteitenkamer in het door het gemeente-
archief ontruimde sous-terrain"' is niet in allen deele juist of kan althans
tot verkeerde opvattingen aanleiding geven.

Vergun mij daarom een kleine rectificatie.

Toen voor eenige jaren het archief der gemeente werd overgebracht
naar het nieuwe depot aan de Mathenesserlaan, besloot men de vrijgekomen
lokalen in de benedenverdieping van het gebouw, waarin ook het Museum
Boijmans gevestigd is, in te richten tot een gemeentelijk Museum van
Oudheden. Daarheen werd dan in de eerste plaats overgebracht de oudheid-
kundige verzameling, die tot dusver geplaatst was in een kamer op de
eerste verdieping van datzelfde gebouw. Dit vertrek, meestal Antiquiteiten-
kamer, naar het schijnt somwijlen ook Rariteitenkamer genoemd, werd toen
ter beschikking gesteld van den Directeur van het Museum Boijmans.

Dit is de vermelde »nieuwe uitbreiding" van dat museum. Het Museum
van Oudheden evenwel behoort tot het archief der gemeente en heett met
eerstgenoemd museum alleen dit gemeen, dat zij beide in hetzelfde gebouw-
gevestigd zijn. Het Verslag zelf van het Museum Boijmans is trouwens in
deze zaak zeer duidelijk.

Met de plaatsing van deze regelen zult U verplichten

Uw. dw. E. Wiersum.

3
 
Annotationen