Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 7.1906

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Nieuwenhuis, Franciscus Johannes Maria: De Domtoren te Utrecht
DOI Artikel:
Gothische gevel te Tiel.
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17413#0074

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
66

kleeding aangevuld. De blinde zijnisvakken waren beneden voorzien met
afwisselende vakken van lagen tufsteen en gele verglaasde steen; boven
de middenboog bestaat de vulling echter uit gewone baksteen.

Beide vierkanten waren vroeger voorzien van hooge, rijke, open-
gewerkte borstweringen, tusschen pinakels gevat, alles van gehouwen steen.
Uit de met nauwkeurige maten voorziene plattegrondteekeningen van
Saenredam, in 1636 vervaardigd, door een fraaie opstandteekening van
denzelfde en door het behoud van een restant-pinakel met profilaanzet der
tusschenvulling, daar waar deze tegen den traptoren aanleunde, konden deze
met vrij groote zekerheid weder op de teekening worden gereconstrueerd.

De 3e verdieping, 5o1/2' achtkant, hoog tot de bovengaanderij 78'. is
aan alle zijden open, rijk versierd met pinakels, open vensters met frontons,
gedekt door een achthoekig stergewelf en voorzien van eene rijke balustrade
tusschen hoofdpinakels. Een lage kap dekt het geheel af. De totale hoogte,
met inbegrip van het kruis, is 404' of 109 Meter. Het traptorentje van het
achtkant is afgedekt door een steenen helm met kruisbloem en omgeven
door zes pinakels, waarin de steunbeenen van dien traptoren worden opgelost.

Een in de jaren 1897—'98 ingesteld onderzoek van den toren, gepaard
met de opneming en in teekening brengen van het monument, gaf aan-
leiding tot het uitbrengen van een rapport, waarin werd gewezen op den
slechten toestand, speciaal van den lantaarn. Het hierbij afgebeelde restauratie-
plan was daarbij opgemaakt en ingezonden.

De Gemeente Utrecht, belast met het onderhoud van den toren, was
bereid de hoognoodige herstellingen te doen aanbrengen; terwijl het Rijk
zich bereid verklaarde, ter wille van de restauratie van het ontbrekende de
helft in de kosten te dragen.

De Commissie voor herstel bestaat uit de Heer Dr. P. J. H. Cuypers.
Voorzitter, C. Muysken en F. J. Nieuwenhuis, secretaris, welke laatste,
als directeur der Gemeentewerken, tevens werd aangewezen om de eigen-
lijke uitvoering te leiden. De voorbereidende maatregelen, als de inrichting
eener werkplaats, het stellen van steiger en heischwerken en het aanschaffen
van steen, werden in den winter 1901,2 getroffen; sinds is met bescheiden
middelen regelmatig voortgewerkt. De traptoren en drie vakken van het
achtkant zijn nu grootendeels gereed; voor de voltooiing van het geheele
achtkant, met inbegrip van een nieuw gewelf en nieuwe bekapping, wordt
nog geacht een 4-tal jaren noodig te zijn. F. j. Nieuwenhuis.

Gothische gevel te Tiel.

Een belangrijke Gothische gevel in Tiel, uit de eerste helft der 14de eeuw
en waarschijnlijk de eenig gespaarde na den brand van 1420, is door den
heer J. W. H. Berden gerestaureerd, nadat door den heer J. A. Heuff Azn.
op het belang hiervan gewezen was. Eene uitvoerige beschrijving van
dezen gevel werd door Jhr. B. W. F. van Riemsdijk in Eigen Haard gepubliceerd.
 
Annotationen