Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 7.1906

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Hoefer, Frederic Adolph: De gebouwen van het voormalig St. Catharinaklooster binnen Harderwijk
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17413#0071

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
63

Deze kerk van baksteen opgetrokken is een dubbelkerk. Zij ligt
tamelijk nauwkeurig georiënteerd. In hare Zuid-Westhoek staat een bak-
steenen traptoren met gemetselde wenteltrap, waarmede men op de eerste
verdieping der kerk kan komen Gelijkvloers heeft men een ingang aan de
Westzijde, waarboven een steen met het opschrift:

»Anno Domini MCCCCCII
fuda est."

De benedenkerk heeft een driebeukig schip, elk van drie gewelfvakken,
gedekt met kruiswelven, welker ribben dragen op pijlers en muraalpijlers zonder
kapiteelen. Aan dit schip sluiten aan twee gewelfvakken en de uit drie zijden
van eenen achthoek bestaande choorsluiting. De twee westelijke gewelfvakken
der bovenkerk hebben kruisgewelven, de overige netgewelven. Deze welving
overspant de gansche breedte der kerk en wordt gedragen op ribben, die
rusten op met bladwerk versierde kraagsteenen.

Het geheele gewelfsysteem munt uit door zorgvuldige bewerking,
terwijl de wijze waarop overeenstemming is gebracht tusschen de over-
kluizing der choorsluiting en die der aansluitende traveeën, zeer opmerkelijk
mag heeten.

Oorspronkelijke venstertraceeringen vindt men nog gelijkvloers aan den
Zuidkant in het tweede vak van het westen af en aan de noordzijde in
het derde vak van het westen. Op de eerste verdieping aan de zuidzijde
evenals beneden en verder aan de noordzijde in het vak het dichtst bij de
choorsluiting. De moet van een oudere, thans dicht gemetselden, ingang
vindt men op de eerste verdieping aan de noordzijde in het tweede vak
van de choorsluiting af.

In het choor is nog de moet van het werkgat aanwezig.

Op de eerste verdieping is tegen den westgevel der kerk aangebracht
een groote houten wandvulling met snijwerk waarop eene voorstelling van
de Gerechtigheid, bloemslingers, wapens enz., voorzien van het jaartal 1729.

Dit snijwerk is vermoedelijk van denzelfden vervaardiger als dat in de-
raadzaal op het Stadhuis.

In de ouderkerk vindt men in het oostelijk gedeelte aan de noord-
zijde de hardsteenen grafzerk van een priester.

Vóór het choor staat in de Akademiestraat een muur met poortje,
waarboven een steen met het opschrift (voor zoover leesbaar):

»Bono Publico

et

Pa . . . d . . . sacrum
MDCXXYT'

Overigens dagteekenen de beschreven overblijfselen van het klooster
en van de fraaie kerk uit het eind der vijftiende, of den aanvang der
zestiende eeuw. F. A. Hoefer.
 
Annotationen