Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 7.1906

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Muller, Samuel: Het huis Zoudenbalch te Utrecht
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17413#0076

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
68

Ook geriefelijk en weelderig ingericht was het: de kanteelen, die dreigend
den gevel afsloten, waren blijkbaar alleen aangebracht, omdat de gewoonte
nu eenmaal sinds lang medebracht, een steenen gevel aldus te bekronen;
want de hooge en talrijke glasvensters, die stroomen licht en lucht toelieten
in de ruime zalen van het huis, maakten het voor eene verdediging bij
uitstek ongeschikt. Trouwens in den tijd, toen het huis gesticht werd, was
eene dergelijke eventualiteit niet licht te voorzien, en ook de positie van
den stichter scheen eene militaire occupatie weinig waarschijnlijk te maken.
Want die stichter was een geestelijke, heer Evert Zoudenbalch, lid van
een patricisch geslacht, dat reeds in de 13e eeuw bij herhaling leden had
geleverd aan de Utrechtsche magistratuur. Ook hij zelf was aanzienlijk en
invloedrijk. Heer van Urk en Emeloort en bovendien bezitter van twee
aanzienlijke prebenden, die hem niet alleen een hoogen rang, maar ook
belangrijke inkomsten leverden, proost van St. Servaas te Maastricht en
thesaurier van den Utrechtschen Dom. Zoo was de indrukwekkende positie
van den man, wiens ernstige en goedhartige gelaatstrekken nog onlangs de
algemeene aandacht tot zich trokken op het prachtige portret, dat door
bevoegde kenners de parel werd geacht van de kleine Utrechtsche tentoon-
stelling van middeleeuwsche kunst en dat thans weder de regentenkamer
van het Gereformeerd Burgerweeshuis versiert.

Omstreeks 1460 was heer Evert reeds gevestigd in de Donkerstraat;
wij vernemen dan. dat hij bezig is, om wat licht en lucht te brengen in
de nauwe straat tegenover zijne woning. Hij heeft daar naar het Buur-
kerkhof een toegang aangelegd, die een tijdlang naar hem de Zoudenbalch-
straat heeft geheeten. Maar grootere plannen koesterde hij ; tusschen 1463
en 1465 vinden wij hem bezig met den aankoop van eene reeks van kleine
woningen in de straat; ook daarna heeft hij nog nu en dan een perceel
aangekocht tot afronding van het terrein. Zoo kreeg de proost allengs
een fraai perceel in handen : niet alleen breed, maar ook zeer diep, zich
uitstrekkend heel tot aan de Mariastraat; in 1467 en 1468 heeft hij op
dit terrein zijne woning gesticht. Zij is geheel in denzelfden stijl opge-
trokken, en dus stellig door hem zeiven gebouwd. Maar de drie daken, die
het huis vroeger dekten, en de ongelijke afmetingen der nissen tusschen
de vensters maken het toch aannemelijk, dat heer Evert aanvankelijk
alleen de rijkversierde toegangspoort met de zes aangrenzende vensters
heeft gebouw7d en eerst later, toen hij meer terrein veroverd had, daarbij
eerst drie. toen nog eens drie (smallere) vensters heeft aangetrokken. Toch
moet dit alles ongeveer in denzelfden tijd opgetrokken zijn. Achter het huis
bezat de proost een ruimen hof, die zich uitstrekte tot aan de Mariastraat
toe; daar, achter in den tuin, bevond zich volgens de gewoonte van den tijd,
aan de eene zijde een zoogenaamd zomerhuis, aan de andere zijde eene
hechte baksteenen achterpoort, die zich daar nog altijd verheft met zijne twee
verdiepingen, gedekt door een hoog dak met eigenaardige bekroning.

Evert Zoudenbalch was dus inderdaad ^oed en ruim behuisd! Ook
 
Annotationen