Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 7.1906

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
O.L.V. of Groote Kerk te Dordrecht - Hering-State te Marssum - Zutphen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17413#0135

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
127

peilens, stuitte men bij voortgezet onderzoek, op korten afstand vóór den
preekstoel, op een hard voorwerp, dat het onderdeel van een pilaar bleek te
zijn. Voortgravende werd een tweede pilaardeel gevonden, gelijk aan de
eerste, beide van een basement voorzien; verder evenwijdig aan de pilaren,
een stuk van eenen een paar meter dikken muur, bijna zeker de achterzijde
der crvpt. De vloer der crypt bleek te zijn bemetseld met estrikken; daarin
werd ook gevonden een buitengewoon schoon bewerkte steen, die blijkbaar
het graf van een geestelijke dekte. Onder het puin der voormalige crypt,
waarmede de ledige ruimte was gevuld, kwam voor een heden nog bewaard
stuk van het kapiteel van een der vroegere kolommen, waaraan nog duidelijk
te herkennen overblijfsels van familiewapens der van der Voorsten en der
Kreing's, beiden Zutphensche geslachten, waarvan het laatste onder zijne
leden den stichter telt van het in 1455 gebouwde, in 1572 door de Span-
jaarden verwoeste klooster Galileën, dat op de plaats stond, waar zich
thans de begraafplaats bevindt.

Jammer genoeg werd het onderzoek destijds niet voortgezet, daar
het tot verdere ontgraving noodig zou zijn geweest den preekstoel weg
te nemen en de vele daarom heen staande banken te verwijderen en daartoe
ontbrak het geld. Intusschen zijn de afmetingen van de crvpt nu vrij nauw-
keurig vast te stellen ; zij moet eene breedte hebben gehad van 8 Meter
en in liet midden van het koor eene diepte van ongeveer 12 Meter.

Uit de stukken door ds. van Wullen onderzocht blijkt ook het
bestaan van eenen O. L. V. kelder, waar ten jare 1573, uit vrees voor
plundering, geld en kostbaarheden in zouden zijn verborgen. De plaats van
dien kelder is niet bekend, doch het vermoeden bestaat, dat de toegang
ervan in de crypt is geweest.

Bekend zijn diverse onderaardsche gangen die naar men meent tot de
St. Walburgskerk hebben geleid. Volgens een hoogbejaarden inwoner der
stad, hoorde deze van den zoon van den bewoner in 1813 van het huis,
thans eigendom van den heer Goldenbeig. aan de Oostzijde der Markt
gelegen en eertijds proostdy, huisvesting gevende aan de 12 destijds de
Groote Kerk besturende kanunniken, dat deze bij het vluchten met zijn
gezin in de in dat huis uitkomende gang, o. m. twee zilveren schenkkannen
van oude dagteekening vond, kannen die misschien nog wel bij de nakome-
lingen van dien vroegeren bewoner bewaard zullen zijn gebleven. De
wijze waarop door lateren huishouw van die gang gebruik is gemaakt,
levert groot bezwaar voor verdere nasporingen.

Aangeteekend zij nog. dat familiewapens van van der Voorst en Kreings,
ook in steen gebeiteld, worden aangetroffen bij den onder den toren gelegen
ingang van de St. Walburgskerk.
 
Annotationen