DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:Verslagen
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.17413#0163
i
Derde Jaarverslag der Rijkscommissie tot het opmaken en
uitgeven van een inventaris en eene beschrijving van de
Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst.
De werkzaamheden voor de voorloopige beschrijvingen vorderen
geregeld, die van de provincie Utrecht is grootendeels persklaar, Zuid-Holland
is voor een belangrijk gedeelte gereed en ook in de andere provincies zijn
verschillende gemeenten bewerkt of in bewerking. Bij de hiervoor nood-
zakelijke reizen vonden de leden meermalen gelegenheid om in het belang van
het behoud van monumenten werkzaam te zijn. Het verslag vermeldt uit 36 ge-
meenten bijzonderheden over den toestand der aldaar aangetroffen monumenten.
Ook buiten het gebied der beschrijving vinden wij de Commissie
werkzaam. Aan de voorbereiding van een lijst van bouwkundige termen,
waarop reeds in de bondsvergadering in 1904 werd aangedrongen, verleende
zij haren steun en het verslag wijst met instemming op de deels op aan-
sporing der Commissie in het leven geroepen provinciale Archeologische
Commissies. Op aandringen van de Commissie werden de Gedeputeerde
Staten in de provincies door den minister aangeschreven om bij het nazien
der gemeente-begrootingen er op te letten of voldoende gezorgd wordt
voor het onderhoud der aan de gemeente toebehoorende monumenten
(torens, raadhuizen, poorten, enz.).
Aan het slot van het verslag wordt terloops gewezen op de nood-
zakelijkheid om bij de wet nadere voorzieningen te treffen tot verzekering
van de reeds zoo geslonken monumentenschat. Als bijlagen zijn aan het
verslag toegevoegd een catalogus der boekerij en een lijst van geschenken.
Beschouwing over het „Derde jaarverslag der Rijks-commissie
tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene
beschrijving van de Nederlandsche monumenten van
geschiedenis en kunst". (1 Januari—31 December 1905.)
Bij het doorlezen van bovengenoemd jaarverslag treffen wij, onder de
meer speciale bemoeiingen van de Commissie of hare leden ten behoeve
van de monumenten, eenige onjuistheden aan, die wij belangrijk genoeg
achten om onder de aandacht te brengen van de lezers van het Bulletin.
Op pag. i) vinden wij vermeld, dat het den heer Hoefer gebleken is,
dat de ruimte onder het koor der Ned. Hervormde kerk te Almelo de
oude crypta der kerk is, waarvan in een stuk van 1299 gewag wordt
gemaakt; hierop volgt eene vrij uitvoerige beschrijving van de zoogenaamde
krocht en de mededeeling, dat een ingemetselde steen met het inschrift
■»gemaekt in iJ7i" op een verbouwing of herstelling zou wijzen.
Den lezers van het Bulletin van den Nederlandse hen Oudheidkundigen
Bond zal het begrijpelijk zijn dat de opname van bovenstaande mededeeling
in het officieele jaarverslag der Rijks-commissie voornoemd ons niet alleen
Derde Jaarverslag der Rijkscommissie tot het opmaken en
uitgeven van een inventaris en eene beschrijving van de
Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst.
De werkzaamheden voor de voorloopige beschrijvingen vorderen
geregeld, die van de provincie Utrecht is grootendeels persklaar, Zuid-Holland
is voor een belangrijk gedeelte gereed en ook in de andere provincies zijn
verschillende gemeenten bewerkt of in bewerking. Bij de hiervoor nood-
zakelijke reizen vonden de leden meermalen gelegenheid om in het belang van
het behoud van monumenten werkzaam te zijn. Het verslag vermeldt uit 36 ge-
meenten bijzonderheden over den toestand der aldaar aangetroffen monumenten.
Ook buiten het gebied der beschrijving vinden wij de Commissie
werkzaam. Aan de voorbereiding van een lijst van bouwkundige termen,
waarop reeds in de bondsvergadering in 1904 werd aangedrongen, verleende
zij haren steun en het verslag wijst met instemming op de deels op aan-
sporing der Commissie in het leven geroepen provinciale Archeologische
Commissies. Op aandringen van de Commissie werden de Gedeputeerde
Staten in de provincies door den minister aangeschreven om bij het nazien
der gemeente-begrootingen er op te letten of voldoende gezorgd wordt
voor het onderhoud der aan de gemeente toebehoorende monumenten
(torens, raadhuizen, poorten, enz.).
Aan het slot van het verslag wordt terloops gewezen op de nood-
zakelijkheid om bij de wet nadere voorzieningen te treffen tot verzekering
van de reeds zoo geslonken monumentenschat. Als bijlagen zijn aan het
verslag toegevoegd een catalogus der boekerij en een lijst van geschenken.
Beschouwing over het „Derde jaarverslag der Rijks-commissie
tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene
beschrijving van de Nederlandsche monumenten van
geschiedenis en kunst". (1 Januari—31 December 1905.)
Bij het doorlezen van bovengenoemd jaarverslag treffen wij, onder de
meer speciale bemoeiingen van de Commissie of hare leden ten behoeve
van de monumenten, eenige onjuistheden aan, die wij belangrijk genoeg
achten om onder de aandacht te brengen van de lezers van het Bulletin.
Op pag. i) vinden wij vermeld, dat het den heer Hoefer gebleken is,
dat de ruimte onder het koor der Ned. Hervormde kerk te Almelo de
oude crypta der kerk is, waarvan in een stuk van 1299 gewag wordt
gemaakt; hierop volgt eene vrij uitvoerige beschrijving van de zoogenaamde
krocht en de mededeeling, dat een ingemetselde steen met het inschrift
■»gemaekt in iJ7i" op een verbouwing of herstelling zou wijzen.
Den lezers van het Bulletin van den Nederlandse hen Oudheidkundigen
Bond zal het begrijpelijk zijn dat de opname van bovenstaande mededeeling
in het officieele jaarverslag der Rijks-commissie voornoemd ons niet alleen