Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 7.1906

DOI issue:
Nr. 5
DOI article:
Verslagen
DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.17413#0166

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
i58

Uit een en ander blijkt dus duidelijk, dat het raadhuis van Elburg in
of om het jaar 1395 door Arent van toe Bocop op last van Hertog Willem
van Gelder is gebouwd en dus niet in 1407, zooals nochtans abusievelijk
in het verslag der Rijks-commissie wordt medegedeeld.

Mochten echter nieuwe en betere bronnen, waaruit het jaar 1407 is

geput, door de Commissie zijn
ontdekt, dan ware — dunkt ons —
■ juist het jaarverslag de aange-

wezen plaats om zulks te ver-
melden.

Ook deze onjuistheid heeft
onze verwondering gewekt, daar
hier althans het stichtingsjaar niet
uit de architectuur van het gebouw
behoefde te worden afgeleid, doch
met eenige moeite juist ware
weer te geven.

Een derde punt, dat onze
aandacht heeft getrokken, is de
mededeeling in het verslag, dat
de toren te Oud-Gastel uit de
13e eeuw zou dagteekenen.

Wel is waar staat vermeld in
de »Kerkelijke Geschiedenis van
het Bisdom van Breda' (derde
deel, anno 1875, pag. 371) van
J. B. Krüger, R. K. priester te
Hoogerheide, dat men bij het
beklimmen van den steenen trap
van den hoogen en prachtigen
toren van Gastel aan een der
openingen het jaartal 1220 in
gebakken steen kan lezen, doch
Toren te Oud-Gastel (N. B.). de rijke architectuur duidt vol-

doende aan, dat —mocht de kern
misschien 13e eeuwsch werk zijn — het uitwendige van lateren tijd dagteekent.

Uit dit jaartal 1220 mag men den bouw van den toren niet afleiden,
evenmin als men uit het jaartal 1138, dat volgens Krüger ooggetuigen met
de letters P. D. Y. in het groote ijzeren torenkruis destijds zouden hebben
waargenomen, mag besluiten, dat dit kruis in dien tijd zou zijn vervaardigd.

Het is immers voldoende bekend, hoe voorzichtig men moet zijn met
gevonden jaartallen, die eerst dan als echt kunnen worden erkend, wanneer
zij, aan den bouwtrant getoetst, daarmede overeenstemmen. Als voorbeelden
 
Annotationen