i88
Zonder nog de beteekenis van deze woorden te kunnen verklaren,
meende ik toch in de teekening niet anders te kunnen zien dan het Offer
aan Paulus en Barnabas te Lystra (Handd. XIV, 8—21), welke hypothese
Dr. Dyserinck overnam bij het bewerken van den teekeningen-catalogus
der Leidsche tentoonstelling. Ook meende ik overeenkomst te zien van
deze teekening met een indertijd zeer beroemd schilderij van Lastman, dat
Teekening van Rembrandt in bezit van den Heer L. Bonnat te Parijs.
diezelfde offerscène voorstelt en dat zich thans bij Graaf Stecki bevindt
Dit vermoeden sprak ik uit in de N. R. C. van 10 Aug. jl. Eerste Blad A.
Toen ik daarna de teekening vergeleek met een reproductie naar den
Lastman van Stecki2), bleek de juistheid van het vermoeden; beide stellen
niet alleen dezelfde »offerstaatsie", in de Handelingen beschreven, voor,
maar er is bovendien zulk een overeenkomst tusschen schilderij en teekening,
dat het bestaan van verband tusschen beide onbetwistbaar is.
1) In 1902 tijdelijk tentoongesteld op het Mauritshuis en toen door mij besproken
in jrg. III, blz. 263 vlgg. van dit tijdschrift.
2) Te vinden in Amsterdam in de Zeventiende Eeuw", afl. 23—24, Schilderkunst,
door Dr. A. Bredius. Den Haag, W. P. van Stockum & Zn.
Zonder nog de beteekenis van deze woorden te kunnen verklaren,
meende ik toch in de teekening niet anders te kunnen zien dan het Offer
aan Paulus en Barnabas te Lystra (Handd. XIV, 8—21), welke hypothese
Dr. Dyserinck overnam bij het bewerken van den teekeningen-catalogus
der Leidsche tentoonstelling. Ook meende ik overeenkomst te zien van
deze teekening met een indertijd zeer beroemd schilderij van Lastman, dat
Teekening van Rembrandt in bezit van den Heer L. Bonnat te Parijs.
diezelfde offerscène voorstelt en dat zich thans bij Graaf Stecki bevindt
Dit vermoeden sprak ik uit in de N. R. C. van 10 Aug. jl. Eerste Blad A.
Toen ik daarna de teekening vergeleek met een reproductie naar den
Lastman van Stecki2), bleek de juistheid van het vermoeden; beide stellen
niet alleen dezelfde »offerstaatsie", in de Handelingen beschreven, voor,
maar er is bovendien zulk een overeenkomst tusschen schilderij en teekening,
dat het bestaan van verband tusschen beide onbetwistbaar is.
1) In 1902 tijdelijk tentoongesteld op het Mauritshuis en toen door mij besproken
in jrg. III, blz. 263 vlgg. van dit tijdschrift.
2) Te vinden in Amsterdam in de Zeventiende Eeuw", afl. 23—24, Schilderkunst,
door Dr. A. Bredius. Den Haag, W. P. van Stockum & Zn.