Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 1.1899-1900

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Six, Jan: Verzameling Van der Hoop, Albert Cuyp's gezicht op Dordrecht
DOI Artikel:
Six, Jan: Holbein's Portet van Jane Seymour in het Mauritshuis
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0168

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
i57

geplaatst dat de rechter helft, die zoo druk en bont is, altijd in de
schaduw blijft.

Bij buitenlandsche kunsthistorici bestaat weieens de neiging de
kunstwerken in hun nationale musea te overschatten. Het is prijzenswaardig
dat de Nederlanders hen daarin niet volgen, maar er is toch geen reden
in de tegenoverstelde fout te vervallen en werken van ougemeene
kunstwaarde op losse gronden voor copieën uit te geven.

Waar het ten slotte op neer blijft komen is dat het gezicht op
Dordrecht in de verzameling Van der Hoop een meesterstukje blijft,
mooier dan de meeste werken van Cuyp, waar niemand aan twijfelt,
evenmin als een van hen die vóór den heer De Groot (vixere fortes
ante Agamemnona) beide stukken kenden, aan een van beide getwijfeld
hebben. De vraag omtrent de echtheid laat mij niet onverschillig; anders
zoude ik mij bepalen tot instemming met de meening van den heer
Veth, dat het stadsgezicht fraai blijft ook al zou men deugdelijk kunnen
bewijzen dat het een copie was.

Amsterdam, Maart. j. Six.

Holbein's Portret van Jane Seymour in het Mauritshuis.

Het portret van Jane Seymour in het Mauritshuis, afkomstig uit
de verzameling van Johan Willem Ffiso en Willem den derde, geldt
thans als een copie naar Holbein, terwijl het vroeger voor een origineel
werd gehouden.

In den catalogus van 1874 werd de twijfel aan de echtheid,
door verschillende kunstkenners geuit, vermeld en een vraagteeken achter
het woord copie geplaatst. Sedert is dat vraagteeken weg gelaten. Ik
weet niet of iemand daarbij op eigenschappen van het werk gewezen
heeft die het tot een copie zouden stempelen, maar ik wil wel verklaren dat
ik zelf die nimmer heb kunnen ontdekken. Edoch ik wil mij zeiven niet voor
een «Holbein-kenner« uitgeven. Het is slechts mijn bedoeling er op te
wijzen dat het stuk in den Haag geen verkleinde copie is van het
bijna levensgroote werk in het Museum te Weenen, zooals beweerd
wordt en b.v. wel het geval is met het portretje in de verzameling
van den Hertog von Bedford op Woburn Abbey (afgebeeld o.a. bij l.odge,
Portraits of lllustrious Personages of Great Britain, Deel I, No. 3 en
Adeline Mary Tavistock and Ela M. S. Russel, Biographical catalogue
of the pictures of Woburn Abbey. Deel I, pg. 405). Het stuk te
Dalkeith Palace in Schotland ken ik niet.

Er zijn tusschen de schilderijen van den Haag en Weenen niet
 
Annotationen