DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:Opgravingen te Katwijk - Urnenvondst te Naaldwijk - N.H. kerk to Rhoon
DOI Artikel:Heuff, Johan Adeiaan: Romeinsche Oudheden in de Tielerwaard en Neder-Betuwe
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17413#0174
i66
Urnenvondst te Naaldwijk.
Te Naaldwijk zijn bij de afgraving van het z. g. Prinsenbosch op het
Hooge Geesteinde, urnen en deelen daarvan met asch en beenderen gevonden
ongeveer 70 c.M. onder den grond, die ongeveer 1.50 M. boven Delflands
peil ligt. De directeur van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden heeft
de opgravingen bezocht, die van Rijkswege verder zullen worden vervolgd.
Zie N. R. Ct. 9 Oct. 1906, I B.
N. H. kerk te Rhoon.
De Ned. Herv. kerk te Rhoon wordt door menig kunstenaar en kunst-
liefhebber bezocht om de in haar koor staande tombe, waarin de beide
gemalinnen van Hans Willem Bentinck tot Diepenheim, graaf van Portland,
enz., nl. Anna de Villiers in 1688 en Jeanne Marie Temple in 1710 ter
ruste werden gelegd. Behalve dit meesterstuk van beeldhouwkunst worden
in deze kerk nog andere fraai bewerkte grafzerken aangetroffen. De meeste
liggen verscholen onder banken; vele zijn beschadigd en gescheurd; enkele
nog gave steenen zijn dezer dagen geheel of gedeeltelijk aan de vergetelheid
ontrukt door de heeren A. Spoon J.Jzn. en S. Miedema, leeraren aan de
Academie B. K. en T. W. alhier, door wie potloodteekeningen en gips-
afgietsels gemaakt zijn.
Daarvoor kwam in de eerste plaats in aanmerking een zerk liggende
in het koor — zij draagt het beeld eener Abdis, met gevouwen handen,
in biddende houding, den kromstaf in een der armen gekneld; zij bevat
het opschrift, dat hier rust eene dochter uit het edele geslacht »de Rhoeden"
abatissa hujus loei. Adriana van Rhoden was van 1497 tot 1527 abdis der
abdij Leeuwenhorst en haar grafzerk is na de opheffing van dat geestelijk
gesticht naar deze kerk overgebracht.
Een belangrijk stuk beeldhouwwerk biedt een nabij liggende zerk,
waarop vermeld staat: »Hier leijt begrave Franchois va Roen lustknape in
zijn leven balu en scout tot Rotterda".
Aan de vernielwoede in den Franschen tijd. waarbij de meeste familie-
wapens, zelfs die op de graven, werden geschonden, zijn de bedoelde
zerken niet ontkomen. N. R. Ct.
Romeinsche Oudheden in de Tielerwaard en Neder-Betuwe.
In het Bulletin van November 1905. blz. 178, werd door mij melding
gemaakt van Romeinsche Oudheden gevonden op het landgoed Bottesteyn
te Geldermalsen, het eigendom van den heer G. Murman aldaar. »Omtrent
overblijfselen van lijkverbranding hebben wij niets vernomen, doch zij
kunnen aanwezig geweest zijn", schreef ik toen. Sedert werd, den
22sten Januari 1906, aldaar nog opgegraven een groote urn, waarin een
handvol scherven van verbrande beenderen en overigens klei. De middellijn
Urnenvondst te Naaldwijk.
Te Naaldwijk zijn bij de afgraving van het z. g. Prinsenbosch op het
Hooge Geesteinde, urnen en deelen daarvan met asch en beenderen gevonden
ongeveer 70 c.M. onder den grond, die ongeveer 1.50 M. boven Delflands
peil ligt. De directeur van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden heeft
de opgravingen bezocht, die van Rijkswege verder zullen worden vervolgd.
Zie N. R. Ct. 9 Oct. 1906, I B.
N. H. kerk te Rhoon.
De Ned. Herv. kerk te Rhoon wordt door menig kunstenaar en kunst-
liefhebber bezocht om de in haar koor staande tombe, waarin de beide
gemalinnen van Hans Willem Bentinck tot Diepenheim, graaf van Portland,
enz., nl. Anna de Villiers in 1688 en Jeanne Marie Temple in 1710 ter
ruste werden gelegd. Behalve dit meesterstuk van beeldhouwkunst worden
in deze kerk nog andere fraai bewerkte grafzerken aangetroffen. De meeste
liggen verscholen onder banken; vele zijn beschadigd en gescheurd; enkele
nog gave steenen zijn dezer dagen geheel of gedeeltelijk aan de vergetelheid
ontrukt door de heeren A. Spoon J.Jzn. en S. Miedema, leeraren aan de
Academie B. K. en T. W. alhier, door wie potloodteekeningen en gips-
afgietsels gemaakt zijn.
Daarvoor kwam in de eerste plaats in aanmerking een zerk liggende
in het koor — zij draagt het beeld eener Abdis, met gevouwen handen,
in biddende houding, den kromstaf in een der armen gekneld; zij bevat
het opschrift, dat hier rust eene dochter uit het edele geslacht »de Rhoeden"
abatissa hujus loei. Adriana van Rhoden was van 1497 tot 1527 abdis der
abdij Leeuwenhorst en haar grafzerk is na de opheffing van dat geestelijk
gesticht naar deze kerk overgebracht.
Een belangrijk stuk beeldhouwwerk biedt een nabij liggende zerk,
waarop vermeld staat: »Hier leijt begrave Franchois va Roen lustknape in
zijn leven balu en scout tot Rotterda".
Aan de vernielwoede in den Franschen tijd. waarbij de meeste familie-
wapens, zelfs die op de graven, werden geschonden, zijn de bedoelde
zerken niet ontkomen. N. R. Ct.
Romeinsche Oudheden in de Tielerwaard en Neder-Betuwe.
In het Bulletin van November 1905. blz. 178, werd door mij melding
gemaakt van Romeinsche Oudheden gevonden op het landgoed Bottesteyn
te Geldermalsen, het eigendom van den heer G. Murman aldaar. »Omtrent
overblijfselen van lijkverbranding hebben wij niets vernomen, doch zij
kunnen aanwezig geweest zijn", schreef ik toen. Sedert werd, den
22sten Januari 1906, aldaar nog opgegraven een groote urn, waarin een
handvol scherven van verbrande beenderen en overigens klei. De middellijn