53
Treedt men het huisje binnen, dan komt men in een kleine voorhal,
van waar een eiken trap naar de bibliotheckkamer op de eerste verdieping
voert. De hal is later ingekort door het er afnemen van een kamertje voor
den bewaarder.
De bovenzaal is eenvoudig, doch interessant als eene vrijwel onveranderde
bibliotheekinrichting uit het midden der 17de eeuw. Dc ruimte voor de
bezoekers is van de kasten gescheiden door een laag hekje, hetwelk thans
vrijwel schuil gaat achter de hiertegenaan geplaatste nieuwe kastenrij. Op
een kast in het midden van den langen wand is het wapen van Thvsius
geschilderd met het jaartal 1657.
Na den rijken inhoud van boeken en handschriften is wel het belangrijkst
een draaibare eikenhouten lezenaar, die voor korten tijd op zolder werd
teruggevonden. Door een verborgen stel kamraderen worden de vier boeken-
planken, die aan twee ronde schijven bevestigd zijn en naar believen naar voren
gedraaid kunnen worden, steeds in den gewenschten stand gehouden.
De restauratie beperkte zich in hoofdzaak tot het verwijderen van de
dikke laag verf, die de fijne lijnen van het sierlijke beeldwerk geheel
bedekte. Het besluit hiertoe werd genomen door de curatoren Dr. P. J. Blok
en Dr. P. J. Muller.
Monster.
Naar aanleiding van het door den gemeenteraad van Monster gedaan
verzoek om Rijkssubsidie voor de restauratic van den toren aldaar is
vanwege het departement een onderzoek ingesteld. De toren dagteekent
uit het eind der 14e, of het begin der 15e eeuw en is zeer goed in den
oorspronkelijker] toestand te herstellen.
cf. JST. R. Ct., 21 October II A.
De Barbarossa-ruïne op het Valkhof te Nijmegen.
In zijne zitting van 11 Sept. (1902) nam de Gemeenteraad van
Nijmegen het besluit om de zoogenaamde »ruïne« op het Valkhof — een
overblijfsel van Barbarossa's paleisherstelling in 1155 — te doen overkappen.
Aanleiding daartoe was een rapport van den Gemeente-Architect, in het
voorjaar opgemaakt, na een onderzoek van den toestand der Valkhof-resten,
[n dit rapport wordt melding gemaakt van beginnende verweering van een
der deksteenen, behoorende tot de kroonlijst. Dit bouwdeel is met den
halfronden koepel steeds onbeschermd aan den invloed van het weer
blootgesteld. Het voorstel tot overkapping van de ruïne, door den architect
aan zijn verslag toegevoegd, werd door Burgemeester en Wethouders over-
genomen en den raad voorgelegd. Deze kon zich evenwel niet vereenigen
met het denkbeeld van den architect om een met leien bedekte kap uit
te voeren, die naar voren in zijn driehoekigen vorm zichtbaar zou zijn.
3
Treedt men het huisje binnen, dan komt men in een kleine voorhal,
van waar een eiken trap naar de bibliotheckkamer op de eerste verdieping
voert. De hal is later ingekort door het er afnemen van een kamertje voor
den bewaarder.
De bovenzaal is eenvoudig, doch interessant als eene vrijwel onveranderde
bibliotheekinrichting uit het midden der 17de eeuw. Dc ruimte voor de
bezoekers is van de kasten gescheiden door een laag hekje, hetwelk thans
vrijwel schuil gaat achter de hiertegenaan geplaatste nieuwe kastenrij. Op
een kast in het midden van den langen wand is het wapen van Thvsius
geschilderd met het jaartal 1657.
Na den rijken inhoud van boeken en handschriften is wel het belangrijkst
een draaibare eikenhouten lezenaar, die voor korten tijd op zolder werd
teruggevonden. Door een verborgen stel kamraderen worden de vier boeken-
planken, die aan twee ronde schijven bevestigd zijn en naar believen naar voren
gedraaid kunnen worden, steeds in den gewenschten stand gehouden.
De restauratie beperkte zich in hoofdzaak tot het verwijderen van de
dikke laag verf, die de fijne lijnen van het sierlijke beeldwerk geheel
bedekte. Het besluit hiertoe werd genomen door de curatoren Dr. P. J. Blok
en Dr. P. J. Muller.
Monster.
Naar aanleiding van het door den gemeenteraad van Monster gedaan
verzoek om Rijkssubsidie voor de restauratic van den toren aldaar is
vanwege het departement een onderzoek ingesteld. De toren dagteekent
uit het eind der 14e, of het begin der 15e eeuw en is zeer goed in den
oorspronkelijker] toestand te herstellen.
cf. JST. R. Ct., 21 October II A.
De Barbarossa-ruïne op het Valkhof te Nijmegen.
In zijne zitting van 11 Sept. (1902) nam de Gemeenteraad van
Nijmegen het besluit om de zoogenaamde »ruïne« op het Valkhof — een
overblijfsel van Barbarossa's paleisherstelling in 1155 — te doen overkappen.
Aanleiding daartoe was een rapport van den Gemeente-Architect, in het
voorjaar opgemaakt, na een onderzoek van den toestand der Valkhof-resten,
[n dit rapport wordt melding gemaakt van beginnende verweering van een
der deksteenen, behoorende tot de kroonlijst. Dit bouwdeel is met den
halfronden koepel steeds onbeschermd aan den invloed van het weer
blootgesteld. Het voorstel tot overkapping van de ruïne, door den architect
aan zijn verslag toegevoegd, werd door Burgemeester en Wethouders over-
genomen en den raad voorgelegd. Deze kon zich evenwel niet vereenigen
met het denkbeeld van den architect om een met leien bedekte kap uit
te voeren, die naar voren in zijn driehoekigen vorm zichtbaar zou zijn.
3