Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (4.1902-1903)

34

Dit denkbeeld was ontsproten aan den wensen om aan de ruïne zelve
niets toe te voegen cn het geheel, zooals het sinds jaren heeft gestaan,
onveranderd, onder een waterdichte afdekking te brengen van den denk-
baar meest eenvoudigen vorm. Inderdaad kan, zonder veranderingen aan
het bouwwerk zelf, moeielijk een betere en meer eenvoudige wijze van
afdekking worden bedacht.

Op verlangen van den raad werd evenwel het plan door den architect
gewijzigd. Het nieuwe plan behield het denkbeeld der bekapping met leibe-
kleeding, maar wijzigde de afsluiting naar voren door een gedeelte van
den verdwenen gevelmuur boven den voorsten welf boog hersteld te denken
en de bekapping daarachter waterdicht te doen aansluiten. Het te herstellen
gevelmetselwerk wordt bedoeld in tufsteen met toevallig gevormd contour.
Hierdoor zal niet alleen het voorkomen van het gespaard gebleven bouw-
werk veranderen, maar ook zal het nieuw op te metselen gevelgedeelte
nu zelve als waterkeerende afdekking dienen van den welfboog. Door
zorgvolle constructie kan aan dit laatste doel zeker voor geruimen tijd
beantwoord worden, op den duur zal, uit den aard der zaak, de opmefee-
ling vernieuwing eischen. De raad vereenigde zich met dit tweede plan,
zoodat vermoedelijk nog dezen winter de »ruïne« zal zijn afgedekt en
haar voorkomen, zooals dit ruim een eeuw heeft bestaan, overeenkomstig
dit plan zal gewijzigd worden.

Nijmegen. J. J. Weve.

Zeer te wenschen ware het dat nu eindelijk ook eens overging tot
de hoog noodige restauratie van de Karolingische kapel, die in beginsel,
reeds voor jaren, door den gemeenteraad werd aangenomen.

Oosterwierum.

Het bestuur van het Friesch Genootschap heeft in een adres tot
H. M. de Koningin het verzoek gericht, dat van regeeringswege stappen
zullen worden gedaan om de slooping van de kerk der N. Herv. Gem.
te Oosterwierum te voorkomen, hetzij door het gebouw in eigendom en
onderhoud over te nemen, hetzij door het onderhoud te waarborgen.

Het bestuur zou de voorgenomen slooping zeer betreuren, omdat die
kerk behoort tot de oude Friesche baksteenbouwwerken, voor de historie
van de bouwkunst in het algemeen en die van Friesland in het bijzonder
zeer merkwaardig, en door haar schilderachtige ligging tot sieraad strekt
voor het omliggende landschap.

N. R. Ct., 17 Sept. 1902. I. C.
De kerkvoogden hebben bericht ontvangen, dat de Regeering geen
mogelijkheid vindt om hiertoe stappen te doen.