Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr.6
DOI Artikel:
De Nieuwstadspoort te Zytphen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0246

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
237

De Nieuwstadspoort te Zutphen.

Op voorstel van B. en W. besloot de raad 0111/300.— te besteden tot
restauratie. De westelijke zijmuur is nog over eene lengte van + 16 M.
aanwezig, maar de oostelijke is dat nog slechts over eene lengte van -t- 4 M.
Beide muren zijn zeer afgebrokkeld, terwijl vooral de bogen veel geleden
hebben. In enkele dezer zijn reeds gaten gevallen.

Oorspronkelijk bestond de Nieuwstadspoort uit een poorthuis, geflankeerd
door twee halfcirkelvormige torens, welke eene dikte van + 1.70 M. en
een straal (binnenwerks) van ± 2.68 M. hadden. In het begin der vorige
eeuw werden echter de torens tot op de hoogte van den stadsmuur ingekort
en het poorthuis zelf met den grond gelijk gemaakt. Jammer genoeg heeft
de genie in Mei en Juni 1894 deze afgeknotte torens geheel afgebroken.
Hiermee waren de laatste overblijfsels dezer middeleeuwsche poort verdwenen.

Lang nadat deze gestaan had, heeft men er, omdat men ze blijkbaar te
zwak oordeelde, op eenige meters afstand eene tweede poort voorgezet,
welke thans gerestaureerd zal worden.

Sedert een paar eeuwen is daarvan niets meer over dan een schilder-
achtige bouwval. Alle schrijvers hebben echter de fout begaan, de oor-
spronkelijke poort en de later daarvoor geplaatste voor een gelijktijdigen
bouw aan te zien. Tusschen beide poorten lag een brug, waaronder de
stadsgracht doorstroomde en die aan weerszijden door een muur begrensd
werd. In deze muren, welke van de straks genoemde halfcirkelvormige
torens tot aan het voorfront der buitenpoort liepen, waren halfvol gemetselde
bogen met schietgaten uitgespaard. De brug zelf was zeer waarschijnlijk
met planken gedekt en had dus geen steenen gewelf. Voor de buitenpoort
lag een valbrug. De gaten, waardoor de kettingen liepen om haar op te
halen, zijn in het voorfront der poort nog goed zichtbaar, één ervan is
nog met gehouwen steen bekleed.

Blijkens de stadsrekeningen werd deze buitenpoort in 1536 gezet. De
bekende Eyck van Zuylichem heeft in den Geld. Volksalmanak van haar
eene reconstructie gegeven, welke in hoofdzaak juist is te noemen. Toen
kort na 1591 bij den aanleg der nieuwe vestingwerken de toegang naai-
de stad meer westelijk werd belegd, werd de Nieuwstadspoort buiten
gebruik gesteld.

Vermelden wij nog, dat op den i6den November 1572 de Spanjaarden
door deze poort, waarin eene bres geschoten was, de stad binnenkwamen,
en spreken we ten slotte den wensch uit, dat, evenals eenige jaren geleden
met de ruïne over de Berkel is geschied, ook de oude Nieuwstadspoort een
zorgzame restauratie zal ondergaan d. w. z. dat men zich uitsluitend tot
consolidatiewerk zal bepalen. Een historisch monument en een schilderachtig
plekje blijft daardoor voor stadgenoot en vreemdeling behouden.

N.-R. Ct. 2 Sept. I A.
 
Annotationen