Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Berichten over Nederlandsche Musea
DOI Artikel:
Verslagen van Vereenigingen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0185

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
176

veronachtzaamd, behoorlijk bewaard en tentoongesteld worden en de oude
hoofdstad van de Zutphensche Graafschap zal het centraalpunt kunnen
worden, waar verzameld en bewaard wordt, wat de kunst en de nijverheid
van vroeger levende geslachten in dat gewest heeft voortgebracht, en waar
belangstellenden gelegenheid vinden dit te bezichtigen en te bestudeeren."

Wij vertrouwen, dat de Commissie niet tevergeefs een beroep zal
doen op veler belangstelling en medewerking.

Museum te Zwolle.

De raadscommissie om van advies te dienen over de overneming
door de gemeente van het Museum der Vereeniging tot bev. van provin-
ciale welvaart heeft geadviseerd om de collecties van het Museum voor de
gemeente over te nemen met uitzondering van de afdeelingen der ethno-
graphische verzameling en de bibliotheek.

Zie uitvoeriger in N. R. Ct 28 April 1903. II. A.

Versla^en van Vereenioanpren.

Jaarverslag der Provinciale Geldersche Archeologische Com-
missie over 1902.

De commissie werd 21 October 1902 ingesteld bij besluit van
Gedeputeerde Staten van Gelderland; het verslag loopt dus slechts over
ruim 2 maanden. De werkzaamheden der Commissie bestonden in een
bezoek aan de kerk te 's Heerenberg en het in de kerkmuren doen inmetselen
van drie grafzerken, van Josia van Groenen (1515 of 1525) Rutger van
Arnhem en Clara van Groenen (1558) en Henricus van Groenen (1622),
die tevoren als stoepsteenen dienst deden bij de kerk en bij de bewaar-
school. Twee memoriesteenen bij den preekstoel en bij het orgel werden
van een laag witsel ontdaan.

Verslag omtrent den toestand en de aanwinsten van het Museum
Boymans te Rotterdam over het jaar 1902.

Maatregelen tegen de vochtigheid in de groote teekeningenzaal bleken
noodzakelijk. Over de beperkte ruimte, waardoor eenige schilderijen in
depót geborgen moesten worden, wordt geklaagd.

Onder de aankoopen worden genoemd een schilderij van Kgbert van der
 
Annotationen