Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Boer, Tjitze de: De nieuwe inrichtung van het Groningsch Museum
DOI Artikel:
Stedelijk Museum te Leiden
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0146

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
137

van geven, veel minder nog in bizonderheden treden. Over de waarde
van de enkele stukken op zich zelf kan zeer verschillend geoordeeld
worden ; over de wijze waarop Mevr. Mesdag haar geschenk heeft geplaatst
zeker niet. Onbekrompen heeft zij onder haar eigen toezicht deze zaal met
voornamen smaak ingericht. Er is geen overlading, juist genoeg om van
een eentonige doodsche museumzaal een aangenaam verblijf te maken.
Men zit hier gaarne om te genieten, en daarvoor is er het mooie en de
kunst. Tegen den achterwand is een in eikenhout gesneden Renaissance-
schoorsteen geplaatst, afkomstig van het kasteel Hankema te Zuidhorn,
blank onder de verf vandaan gehaald. Daaronder een koperen vuurstolp en
ander gerei, aan de éene zijde een tafel, aan de andere een kist met ijzer
beslag, mooi en krachtig smeedwerk van 1669. In 't midden van den
zijwand hangt een Italiaansch gobelin; daarvoor een antieke rustbank,
waarop bijbelsche voorstellingen zijn gesneden, eenigszins gerestaureerd.
En de lengte van de zaal wordt gebroken door een Perzische vaas en
een buste van Taco Mesdag, in 1898 door Charlier vervaardigd.

Lambrizeering, omlijsting, wand- en vloerbekleeding vormen een zeer
stemmigen achtergrond voor de kunst, waarom het hier toch te doen is.

Daarmee is de rondwandeling door het Museum ten einde. Mijn doel
was. den lezer in 't algemeen eenig denkbeeld te geven van wat hij hier
kan vinden. Inlichtingen van meer bizonderen aard zullen er zeker voor-
komen in een Gids, van de hand van den Conservator, die binnenkort
verschijnt. Mij rest dus alleen nog een woord van warme hulde, dat ik
bij dezen gaarne breng aan den gelukkigen man, die in zijn zoo zeer
verdienstelijken arbeid voor Stad en Lande zijn idealen ziet verwezenlijkt,
den heer mr. J. A. Feith.

Groningen, Maart 1903. T. J. de Boer.

Stedelijk Museum te Leiden.

Door het Stedelijk Museum werd een belangrijk legaat ontvangen
van dr. W. Pleyte, die jarenlang lid was van de Commissie van Toezicht
voor het Museum, en daarbij door zijn uitgebreide kennis en steeds zoo
bereidwillig verleenden steun zooveel heeft bijgedragen tot de ontwikkeling
van dit Museum.

Het legaat bestaat uit een 8-tal bokalen en een flesch, gegraveerd
door den Leidschen glaskunstenaar Willem van Heemskerk, wiens met
sierlijke krulletters gegraveerde glazen thans door de kenners algemeen
gezocht zijn. De bokalen zijn alle geteekend. De oudste, een groote groene
berkemeier met Kent U zeiven, is nog uit de vroege periode met breede
letter en is gedateerd op 31 Januari 1648. de overige zijn uit de laatste
jaren van het leven van den kunstenaar, tusschen 1679 en 1690. Op deze
bokalen is een korte spreuk in rijke sierlijke letters met veel krulwerk
 
Annotationen