DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:Veilingen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0104
96
V e i 1 i n g e n.
Op de veiling van eenige schilderijen, afkomstig van de voormalige
teekenacademie te Middelburg en uit de verzameling van Baron de P. (Pret
de Rose de Calesberg te Antwerpen volgens de aanteekening bij No 12 en 26)
die te Amsterdam den 9 December 1902 onder leiding van Fred. Muller
& Co werd gehouden, zijn de volgende prijzen besteed:
No 1. Italiaansch landschap, op naam van J. Asselijn, maar van een
andere, hoewel verwante hand, met een aardig lichteffektje ƒ200 (W. Dahl.
Dusseldorp).
No 2 en 3. Portretten van een echtpaar door J. de Baen 1687, decoratief
en oppervlakkig ƒ870 (Mej. Brasser).
No 4. Winterlandschap van N. Berchem, naar het mij voorkwam een
zeer bedenkelijk pastiche uit den tijd van Schweickhardt en consorten ƒ200.
No 5. Paardemarkt van G. Berckheyde, een aardig Hollandsen motief
zonder architectuur ƒ790 (van de Poll).
No 6. Groote vischmarkt van Joachim Bueckelaer ƒ700 (de Coninck,
Brussel).
No 7. Voluitgemerkt stuk van den zeldzamen Gcrrit Bleeker, 1634
gedateerd, de inneming van Jericho voorstellende, in zijn geelbruinen toon,
die verwantschap verraadt met Benjamin Cuyp ƒ60 (Kesner).
No 8. Bloemen, op naam van A. Bosschaert, doch uit een veel latere
kunstperiode, d. w. z. die van G. P. Verbruggen ƒ85 (dezelfde).
No 10. Mansportretje in 't zwart ten voeten uit op naam van G. Coqucs,
doch voor hem die de aardige kleine portretjes van H. Pot kent, zooals
die bij Liechtenstein, te Dresden, Chantilly en elders, een karakteristiek
werk van dezen meester. De elegante houding is waarschijnlijk de reden
voor de toeschrijving aan Coques geweest. Hij zoowel als Pot ontleenden
dezen zwier aan hun gemeenschappelijk voorbeeld Antoni van Dijk
ƒ1030 (Preyer).
No 11. »Monstra te csse matrem," zonder eenigen grond aan Petrus
Christus toegeschreven, omdat het uit de buurt van diens geboorteplaats
afkomstig is ƒ700 (dezelfde).
No 12. Een fraai mansportret in levensgrootte, niet ten onrechte door
den catalogus geprezen als een der fraaiste portretten die in de laatste
kwarteeuw in Holland in veiling zijn geweest, op naam van A. Cuyp.
Inderdaad maakte het bij den eersten aanblik een verrassenden indruk, die
evenwel bij aandachtiger beschouwing geen stand hield. Het was meer
wat de Duitschers noemen een »Blender" dan een intiem kunstwerk of
individueel opgevat portretstuk. Ook was het niet van Aelbert, maar van
Jacob Gerritsz. Cuyp ƒ6400 (Johnson, Philadelphia).
No 13. Kinderportret, ten onrechte genaamd J. G. Cuyp ƒ790 (Frau
Wertheimer te Frankfort).
V e i 1 i n g e n.
Op de veiling van eenige schilderijen, afkomstig van de voormalige
teekenacademie te Middelburg en uit de verzameling van Baron de P. (Pret
de Rose de Calesberg te Antwerpen volgens de aanteekening bij No 12 en 26)
die te Amsterdam den 9 December 1902 onder leiding van Fred. Muller
& Co werd gehouden, zijn de volgende prijzen besteed:
No 1. Italiaansch landschap, op naam van J. Asselijn, maar van een
andere, hoewel verwante hand, met een aardig lichteffektje ƒ200 (W. Dahl.
Dusseldorp).
No 2 en 3. Portretten van een echtpaar door J. de Baen 1687, decoratief
en oppervlakkig ƒ870 (Mej. Brasser).
No 4. Winterlandschap van N. Berchem, naar het mij voorkwam een
zeer bedenkelijk pastiche uit den tijd van Schweickhardt en consorten ƒ200.
No 5. Paardemarkt van G. Berckheyde, een aardig Hollandsen motief
zonder architectuur ƒ790 (van de Poll).
No 6. Groote vischmarkt van Joachim Bueckelaer ƒ700 (de Coninck,
Brussel).
No 7. Voluitgemerkt stuk van den zeldzamen Gcrrit Bleeker, 1634
gedateerd, de inneming van Jericho voorstellende, in zijn geelbruinen toon,
die verwantschap verraadt met Benjamin Cuyp ƒ60 (Kesner).
No 8. Bloemen, op naam van A. Bosschaert, doch uit een veel latere
kunstperiode, d. w. z. die van G. P. Verbruggen ƒ85 (dezelfde).
No 10. Mansportretje in 't zwart ten voeten uit op naam van G. Coqucs,
doch voor hem die de aardige kleine portretjes van H. Pot kent, zooals
die bij Liechtenstein, te Dresden, Chantilly en elders, een karakteristiek
werk van dezen meester. De elegante houding is waarschijnlijk de reden
voor de toeschrijving aan Coques geweest. Hij zoowel als Pot ontleenden
dezen zwier aan hun gemeenschappelijk voorbeeld Antoni van Dijk
ƒ1030 (Preyer).
No 11. »Monstra te csse matrem," zonder eenigen grond aan Petrus
Christus toegeschreven, omdat het uit de buurt van diens geboorteplaats
afkomstig is ƒ700 (dezelfde).
No 12. Een fraai mansportret in levensgrootte, niet ten onrechte door
den catalogus geprezen als een der fraaiste portretten die in de laatste
kwarteeuw in Holland in veiling zijn geweest, op naam van A. Cuyp.
Inderdaad maakte het bij den eersten aanblik een verrassenden indruk, die
evenwel bij aandachtiger beschouwing geen stand hield. Het was meer
wat de Duitschers noemen een »Blender" dan een intiem kunstwerk of
individueel opgevat portretstuk. Ook was het niet van Aelbert, maar van
Jacob Gerritsz. Cuyp ƒ6400 (Johnson, Philadelphia).
No 13. Kinderportret, ten onrechte genaamd J. G. Cuyp ƒ790 (Frau
Wertheimer te Frankfort).