Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Staatsbegrootin
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0050

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
42

Staatsbegrooting.

Voorloopig Verslag en Memorie van Antwoord.

De dit jaar voor het eerst voor subsidie voorgestelde monumenten
gaven geen aanleiding tot opmerkingen. Alleen werd door eenige leden
een lans gebroken voor niet genoemde bouwwerken, als de groote kerk
te Breda, de hervormde kerken te Winschoten en te Soeren en het gemeente-
huis te Hasselt. De minister erkende de architektonische en geschiedkundige
waarde der door de Kamer voorgedragen monumenten. Z.Exc. onthield
zich van bepaalde toezegging, doch verklaarde zich gaarne bereid, om,
zoodra hiertoe gelegenheid zal zijn, ook deze monumenten voor Rijks-
subsidie in aanmerking te doen komen.

Naar aanleiding van tegen de subsidie aan de kerk te Veere geopperde
bezwaren, werd er door Z.Exc. terecht op gewezen, dat bij de Rijksbijdragen
in de allereerste plaats moet gelet worden op de historische beteekenis en
kunstwaarde, onverschillig of het betrokken monument in een meer of
minder bezocht gedeelte van het land gelegen is.

Het voorstel tot instelling eener commissie tot beschrijving der monu-
menten en tot het aangeven van de middelen tot behoud hiervan, gelijk
door den Bcnd aan de Regeering was verzocht, werd door eenige leden
met voldoening begroet. Vele andere leden daarentegen hadden, vooral met
het oog op den toestand van 's lands financiën, bezwaar tegen het toestaan
van eene nieuwe vaste jaarlijksche uitgave van ten minste ƒ7500.— Zij
vreesden, dat de instelling der Commissie zoude leiden tot eene bedenkelijke
«■overdrijving in de richting van het ontdekken en restaureeren."

In de Memorie van Antwoord werd de instelling der Commissie
krachtig verdedigd. Z.Exc. wees er op hoe thans nog veel verloren gaat,
dat, zoo tijdig de waarde bekend ware geweest, behouden had kunnen
blijven. Juist, daar bij ons reeds zooveel is verloren gegaan, »klemt de
noodzakelijkheid, om alles te doen, ten einde te behouden wat nog overig is."

Een belangrijk voordeel van de instelling der Commissie werd ook
genoemd, dat daardoor »meerdere zekerheid wordt verkregen, dat bij de
beoordeeling van de waarde der te herstellen monumenten omtrent de
rangorde, waarin zij c. q. voor Rijkssubsidie in aanmerking zouden kunnen
komen, meer stelselmatig dan thans mogelijk is, kan worden te werk gegaan."

De restauratie van belangrijke monumenten vond in den Minister
een warmen verdediger. Hierbij toch »dient niet uit het oog te worden
verloren, dat niet alleen het behouden en de noodige herstelling dezer
reeds veel te lang verwaarloosde gedenkteekenen uit ons verleden een
 
Annotationen