Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Nederlandsche Museum voor Geschiedenis en Kunst. Aanwinsten
DOI Artikel:
Pit, Adriaan: Rembrandt's Nachtwacht
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0053

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
45

De vaas heeft den bekenden Albarello vorm (cylindervormig, zich naar
boven eenigszins verbreedende, op schuintoeloopenden voet met korten uit-
staanden hals, zonder deksel.) en is voorzien van twee ooren als gevleugelde
draken. De versiering in donkerblauw, bruinachtig geel, groen en mangaan
rood op wit, vertoont aan de eene zijde een groote bloem uitkomende
tegen een achtergrond bezaaid met kleine bloemtakken, aan de andere
zijde een wapenschild, gedeeld : i van goud met »sega" van lazuur,
2 van lazuur met »sega" van goud. Het voorwerp is nagenoeg ongeschonden
tot ons gekomen. De prachtige bouw met haar volkomen juiste verhoudingen,
de indeeling en de sonore, harmonische kleuren van de versiering maken
deze vaas tot een op zich zelf staand monument van groote beteekenis.
Zij bezit al de frissche, zelfbewuste kracht van de vroeg-renaissance, toen
de gothische vormen tot hun grootste rijpheid werden gebracht. Innig rijk
is de versiering, zonder zweem van zinnelooze praal.

Inderdaad mij is geen stuk bekend dat zoo volledig de i)e eeuwsche
ceramiek van Faenza resumeert.

A. Pit.

Rembrandt's Nachtwacht.

Het Rapport aan Hare Majesteit de Koningin uitgebracht door de
Rijks-Commissie tot het nemen van proeven, betreffende de verlichting van
Rembrandt's »Nachtwacht" (corporaalschap van Banning Cocq) dient in
dit Bulletin besproken te worden. Het raakt een ernstig museumbelang.

Het publiek zal, niettegenstaande den eerbied welken het voor offi-
cieële commissié'n koestert, allicht iets komieks in de verschijning van dit
lijvig document hebben gevonden.

Hoe nu, iedereen had de »Nachtwacht" tijdens de Rembrandt-tentoon-
stelling eerst recht kunnen bewonderen, iedereen, landsman en buitenlander,
was het er over eens, dat het schilderij, geplaatst als het was in het
Suasso-Museum, een genot te smaken gaf dat men in het Rijks-Museum
moest derven, — was dan de vroedheid van zes en twintig lieden noodig
om nog eens uit te maken, welke verlichting de beste was?

Toch wel, want nog altijd waren verschillende deskundigen van
meening, dat van de zoogenaamde Rembrandt-zaal in het Rijks-Museum
iets goeds te maken was. En terecht verlangde de Regeering deze zaak
in 't reine te zien gebracht.

Een groote Commissie werd benoemd, waarin voorstanders van boven-
licht zoowel als voorstanders van zijlicht vertegenwoordigd waren. Een
gebouw werd gezet waarin men het schilderij, op verschillende wijzen
verlicht, kon bekijken.

De Regeering vatte haar taak zoo ruim mogelijk op.

Er bestond maar één gevaar, dat die zes en twintig heeren het nooit
 
Annotationen