Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Verslagen van Vereenigingen
DOI Artikel:
Mulder, Adolph: De ontdekte muurschildering in de kerk der Ned. Herv. gemeente te Breda
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0150

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
I4i

Verslag 1902 Museum van Oudheden te Groningen.

Uitvoerig wordt stilgestaan bij de nieuwe inrichting en de vrijlegging
van het Museum, die bekroond werd door de heropening op 18 Februari 1.1.
en bij het belangrijk legaat van Taco Mesdag. Verder werden van de
familie Lewe van Nyenstein verschillende belangrijke fragmenten ontvangen
afkomstig van de kasteelen Dijksterhuis en Menkema en van mevr. H. A.
M. van Nieveld geb. van Naerssen een aantal portretten en Groningsche
oudheden.

Van Dr. A. Nap ontving het Museum een 18de eeuwsche tinkast in
bruikleen met eene keurcollectie van antiek Japansch en Chinees porselein.

Hen tweetal portretten werden gerestaureerd door J. A. Hesterman te
Amsterdam.

Oude Monumenten.

De ontdekte muurschildering in de kerk der Ned. Herv. gemeente
te Breda.

In de Bredasche Courant van Vrijdag 27 Februari 1.1. komt eene korte
beschrijving voor eener muurschildering door den heer J. R. baron von
Keppel in de groote kerk aldaar ontdekt.

Het was genoemden heer opgevallen, dat tegen den noordwand van
het noorder-transept door de kalklaag heen zich eene rij spitsbogen
afteekende, waarom hij, in de hoop iets buitengewoons te zullen ontdekken,
ter hoogte der bogen de kalk verwijderde. Eenmaal kleuren vindende ligt
het voor de hand, dat de heer van Keppel, die reeds zooveel nasporingen
in dit oude kerkgebouw gedaan heeft, niet rustte alvorens de ontdekte
schildering zoo goed als geheel van hare kalklaag was ontdaan.

Door eigen aanschouwing kunnen wij van deze muurschildering het
volgende mededeelen.

De bedoelde noordwand is 8.80 M. lang; in het midden is een
segmentvormig getoogde ingang. Op 4.30 M. hoogte zijn zes op 20 c. M.
van elkander geplaatste spitsbogen geschilderd, deze zijn ieder 1.26 M.
breed en 0.78 M. hoog. Alles wat boven deze spitsbogen ligt is wit
gekalkt; hetgeen zich er onder bevindt, behoort tot de thans ontbloote
schildering. Zooals wij reeds zeiden waren de spitsbogen door de kalklaag
zichtbaar; dit kwam. omdat boven de spitsbogen meer kalklagen aanwezig
waren dan op het schilderwerk, hetgeen bewijst dat gedurende het bestaan
der schildering, dus vóór de Reformatie, de kerk reeds herhaaldelijk
gewit was.

De westelijke helft, het gedeelte dus onder de drie westelijk gelegen
 
Annotationen