Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Oosterwierum - Zutphen - Zorg voor monumenten in Gelderland
DOI Artikel:
Boekbeoordeeling en aankondiging
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0043

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
35

Zutphen.

De restauratie van de zandsteenversiering aan den hoofdingang van
het stadhuis is dezer dagen gereed gekomen.

Van de fraaie gewelfschilderingen, welke in het Noorderdwarspand
der St. Walburg zijn blootgelegd, heeft de heer P. Helwegen, werkzaam
aan het atelier van den heer Cuypers te Roermond, eenige calques gemaakt,
die zullen dienen bij de begrooting der kosten van de restauratie dezer
schilderingen. • N. R. Ct., 15 Oct. I. A.

Zorg voor monumenten in Gelderland.

In verband met het besluit der Staten van Gelderland van 8 Juli 1902
om een jaarlijksch bedrag van ƒ 200 ter beschikking te stellen van Ged.
Staten, ten einde dit te doen besteden door een commissie, te benoemen
door Gedep.-Staten, (zie Bulletin III bl. 228), is ingesteld eene Provinciale
Geldersche archeologische commissie ter bevordering van de instandhouding
en bewaring van voorwerpen van geschiedkundig of archeologisch belang
en zijn tot leden dier commissie benoemd de heeren Mr. J. F. Bijlcveld,
Mr. W. E. J. Baron van Balveren, Dr. J. S. van Veen, allen te Arnhem,
H. D. J. van Schevichaven te Nijmegen en F. A. Hoefer te Flattem.

Carl Neumann, Rembrandt. Berlin u. Stuttgart.W. Spemann 1902.4°

Wanneer wij een nieuw werk over Rembrandt te bcoordeelen hebben,
dringt zich in de eerste plaats de vraag op, of er behoefte aan een was,
immers over weinig schilders bestaat een zóó omvangrijke litteratuur als
over hem. Maar juist die omvangrijkheid kan het ontstaan van weer
nieuwe werken ten gevolge hebben, daar de publicaties der laatste jaren
ons nagenoeg Rembrandts volledige werkzaamheid blootgelegd hebben in
de reproductie zijner schilderijen en teekeningen, terwijl de etsen ons reeds
vroeger toegankelijk waren.

Eventueel nog te vinden werken zullen aan de plaats die Rembrandt
in de kunstgeschiedenis bekleedt, stellig niets meer wijzigen, en nieuwe
vondsten in archieven zijn niet te verwachten; wat er bekend was, is het
laatst door Bell en niet lang daarvoor door Michel in uitvoerige mono-
grafieën neergelegd.

Aan een eigenlijke monografie was dan ook stellig geen behoefte, en
die heeft Neumann dan ook niet gegeven.

en
 
Annotationen