Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond
— 4.1902-1903
Zitieren dieser Seite
Bitte zitieren Sie diese Seite, indem Sie folgende Adresse (URL)/folgende DOI benutzen:
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0059
DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:Feith, J. A.: Het huis ten Dijke
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0059
5i
noorden van Eenrum en nabij het dorp Pieterburen, op afbraak verkocht.
Als deze regels het licht zien, zal met het sloopingswerk reeds een aanvang
zijn gemaakt.
Het zal den lezers van ons Bulletin zeker niet onwelkom zijn een en
ander van dit merkwaardige slot te vernemen.
Het huis ten Dijke komt als woning van een Ommelander hoofdling
het eerst voor in 1406. Toch moet het ouder zijn, de bouworde van den
gothieken toren doet een ontstaan in de 14de eeuw vermoeden.
Voor den lezer van dit oudheidkundig tijdschrift zal het van weinig
belang zijn te vernemen de filiatie der eigenaren, welke van 1406 af met
zekerheid en nauwkeurigheid kan worden vastgesteld. Elders heb ik die
filiatie uitvoerig reeds medegedeeld. Genoeg zij het hier te vermelden,
dat het huis in handen is geweest van achtereenvolgens de volgende
geslachten: Ponte (of ten Brugghen), Rengers, Manninga, Horenken en
Alberda. Gedurende 500 jaren is het huis ten Dijke of Dijksterhuis nooit
verkocht, doch telkens van den eenen eigenaar op den andere vererfd.
Sedert 1845 is Dijksterhuis onbewoond gebleven.
noorden van Eenrum en nabij het dorp Pieterburen, op afbraak verkocht.
Als deze regels het licht zien, zal met het sloopingswerk reeds een aanvang
zijn gemaakt.
Het zal den lezers van ons Bulletin zeker niet onwelkom zijn een en
ander van dit merkwaardige slot te vernemen.
Het huis ten Dijke komt als woning van een Ommelander hoofdling
het eerst voor in 1406. Toch moet het ouder zijn, de bouworde van den
gothieken toren doet een ontstaan in de 14de eeuw vermoeden.
Voor den lezer van dit oudheidkundig tijdschrift zal het van weinig
belang zijn te vernemen de filiatie der eigenaren, welke van 1406 af met
zekerheid en nauwkeurigheid kan worden vastgesteld. Elders heb ik die
filiatie uitvoerig reeds medegedeeld. Genoeg zij het hier te vermelden,
dat het huis in handen is geweest van achtereenvolgens de volgende
geslachten: Ponte (of ten Brugghen), Rengers, Manninga, Horenken en
Alberda. Gedurende 500 jaren is het huis ten Dijke of Dijksterhuis nooit
verkocht, doch telkens van den eenen eigenaar op den andere vererfd.
Sedert 1845 is Dijksterhuis onbewoond gebleven.