DOI issue:
Nr. 2
DOI article:Overvoorde, J. C.: Het slot van den Winterkoning te Rhenen
DOI Page / Citation link: https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0083
75
Voor en achter was een slotplaats, waarbij zich de tuinen aansloten, die
tot aan den stadsmuur reikten. Aan de achterzijde was in het midden van
het hoofdgebouw een statig trappenhuis uitgebouwd, 11.7 M. breed en
14.5 hoog.
Alleen het voorfront was versierd. De eentonigheid der penanten was
door pilasters gebroken en de vensterbekroningen waren eenvoudig versierd.
De middenbouw was door een rechte gootlijst gedekt, waarboven zich
het schuine leiendak verhief, alleen aan de eindpunten afgebroken door
een iets naar voren springenden hoogeren bouw met laat-renaissance versierden
topgevel. Het hoofdportaal was zeer eenvoudig en veel te weinig sprekend
voor den monumentalen bouw.
De vertrekken hadden allen moerbinten en kinderbalkjes, plafonds waren
niet aangebracht, zelfs niet in de feestzaal boven de vestibule, waaraan
eene grootte was gegeven van 12.8 bij 8.2 M. en 44 M. hoogte.
De zij- en achtergevels waren niet versierd, zoodat het geheel vrij
eenvoudig was ontworpen.
Van het slot bestaan verschillende afbeeldingen. De hierboven afgedrukte
is genomen naar eene bij het aangehaalde artikel van Dr. Kretzschmar
gereproduceerde teekening uit het jaar 1748, aanwezig in het staats-
archief te Hannover. 1) Dr. P. Hofstede de Groot bezit twee teekeningen
l) Deze teekening werd gemaakt door den Oberlandbaumeister von Bonn, die
in 1748 naar Rhenen werd gezonden om rapport uit te brengen over den toestand
van het slot, of 'naar eene door hem gemaakte schets. (Mededeeling van Dr. Kretz-
schmar) .
Voor en achter was een slotplaats, waarbij zich de tuinen aansloten, die
tot aan den stadsmuur reikten. Aan de achterzijde was in het midden van
het hoofdgebouw een statig trappenhuis uitgebouwd, 11.7 M. breed en
14.5 hoog.
Alleen het voorfront was versierd. De eentonigheid der penanten was
door pilasters gebroken en de vensterbekroningen waren eenvoudig versierd.
De middenbouw was door een rechte gootlijst gedekt, waarboven zich
het schuine leiendak verhief, alleen aan de eindpunten afgebroken door
een iets naar voren springenden hoogeren bouw met laat-renaissance versierden
topgevel. Het hoofdportaal was zeer eenvoudig en veel te weinig sprekend
voor den monumentalen bouw.
De vertrekken hadden allen moerbinten en kinderbalkjes, plafonds waren
niet aangebracht, zelfs niet in de feestzaal boven de vestibule, waaraan
eene grootte was gegeven van 12.8 bij 8.2 M. en 44 M. hoogte.
De zij- en achtergevels waren niet versierd, zoodat het geheel vrij
eenvoudig was ontworpen.
Van het slot bestaan verschillende afbeeldingen. De hierboven afgedrukte
is genomen naar eene bij het aangehaalde artikel van Dr. Kretzschmar
gereproduceerde teekening uit het jaar 1748, aanwezig in het staats-
archief te Hannover. 1) Dr. P. Hofstede de Groot bezit twee teekeningen
l) Deze teekening werd gemaakt door den Oberlandbaumeister von Bonn, die
in 1748 naar Rhenen werd gezonden om rapport uit te brengen over den toestand
van het slot, of 'naar eene door hem gemaakte schets. (Mededeeling van Dr. Kretz-
schmar) .