Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:
Daniëls, Carel Eduard: Het Geschiedkundig Medisch-Pharmaceutisch Museum in het Stedelijk Museum te Amsterdam
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0102

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
94

een halve gulden voor elke Emmer te verbeuren ; zonder nogtans dezelve
uyt te moeten leveren, dan tot afwering van haar eigen peryckel, ten
ware zulks door eenig bevelhebber omtrent den Brand wierde geordonneert."
Daarom hangen naast de schouw vier lederen brandemmers, uit het Museum
van de Brandweer der Hoofdstad, gemerkt d'Moor Wyck LV ; voor de grap
hebben de knechts een grooten, aan den zolder opgehangen, hagedis de houding
gegeven, alsof dit diertje zijn dorst uit een dier emmers ging lesschen. Maar
er is nog een ander dier dat in het Stoockhuys niet mocht ontbreken. Naast
de schouw vindt men in den muur gemetseld een prachtigen, 18e eeuwschen
gevelsteen, waarop een groote salamander in zijn vlammenbed, omgeven door
sierlijke rococco ornamenten. Rondom aan den wand vindt men ten slotte
hangers, die gevuld zijn met retorten, kolven, buizen en flesschen van
allerlei vormen, wier verschillende kleuren met de vuil bruine latten een
kleurenmengeling vormen, die aller aandacht trekt. Dit Stoockhuys is ook
nog uit een ander oogpunt merkwaardig. Het is toch, met geringe wijzi-
ging en uitbreiding, een getrouwe reproductie van het laboratorium dat
door den apotheker P. Schonk, op het einde der 18e eeuw, aan de Schans
bij de Zaagpoort werd gebruikt. In 1799 werd liet overgenomen door den
apotheker A. j. d'Ailly en kort daarna door diens vriend, den grooten tooneel-
speler J. Jelgerhuis V.Rz. vereeuwigd op twee uitnemende olieverfdoeken, die
ook het eigendom zijn van het G. M. Ph. Museum, dank zij de vrijgevigheid
van den Secretaris der Stichting, den Heer A. J. Rijk, die indertijd in dat-
zelfde laboratorium door een der nazaten van d'Ailly in de geheimen der
pharmacie werd ingewijd.

Onder den gevelsteen leidt een fraai betimmerde oude eikenhouten
deur met klink naar het medisch gedeelte van het Museum. Wanneer men
die deur achter zich heeft is men in het oude Buiten Gasthuis. Men loopt
op een, naar het midden hellende, roode estrikken vloer, waarin naast de
groote kachel de zinkput met open rooster, ten einde de meiden de moeite
te besparen het gebruikte water naar buiten te dragen. Daar in dat vertrek,
met zijn hoog kerkraam, dikke muren, rondom loopende gaanderij en
gezellige bestekamer, zonder stankafsluiter of ventilatie, woonden immers
maar onzindelijke krankzinnigen. Des Zondags in de aanwezige rolkoets,
een overdekt ledikant met tralies, naar buiten gebracht, dienden zij in de
18e eeuw den medeburgers tot veredelend vermaak, evenals thans de wilde
dierengalerij in den dierentuin. Waren zij daarin niet vertrouwd, wegens hun
opgewondenheid, dan zaten zij in de cel, waar licht en lucht van boven invallen,
achter de massieve deur met looperslot, vier grendels en ijzeren bout. In die deur
vindt men nog de indrukken van de nagels der onrustigsten; aan het kijkgaatje of
luikje, de flarden van het stuk getrokken of gebeten linnen, dat als kussentje
daarop was aangebracht. En waren zij ook voor dit onmenschelijk verblijf
niet geschikt wegens hun onzindelijkheid, dan vertoefden zij in een bedstede
met ijzeren tralies, die geheel met lood gevoerd is, omdat dit metaal het
minst werd aangetast door urine en faeces. Dit alles werd schoongemaakt met
 
Annotationen