Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Officieele Berichten
DOI Artikel:
Steenhoff, W.: Legaat A. A. des Tombe aan het Rijksmuseum te Amsterdam
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0129

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
120

Juist deze vondsten loopen echter het meest gevaar om verloren te
gaan door onkunde of gebrek aan belangstelling bij de vinders.

Door een aangenaam en duidelijk ingerichte kaart te helpen verspreiden,
hoopt het bestuur meer de aandacht der vinders op het belang van dergelijke
voorwerpen te vestigen. De kaarten zullen, in kleurendruk, in een formaat van
ongeveer 78 bij 58 c. M. verkrijgbaar gesteld worden voor den prijs van f\.
Hierbij zal een korte toelichting gevoegd worden van de hand van Dr.
Jesse, Conservator aan het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, die het
plan opperde, en die zich belangeloos bereid verklaarde om de gegevens
voor de kaart te verstrekken en het toezicht op de uitvoering te houden.

De uitgave werd mogelijk gemaakt door eene toezegging van ZExc.
den Minister van Binnenlandsche Zaken, om een aantal kaarten voor het
Rijk aan te koopen ter verspreiding op de scholen.

Aangezien de oplage beperkt is, worden zij, die een grooter aantal
kaarten ter verpreiding mochten wenschen te ontvangen, verzocht hiervan
tijdig kennis te geven aan het adres van den secretaris van den Ned. Oudheid-
kundigen Boud Mr. J. C. Overvoorde, Plantsoen 43 te Leiden.

Berichten over Nederlandsche Musea.

Legaat A. A. des Tombe aan het Rijksmuseum te Amsterdam.

Tegelijk met de uitbreiding van het legaat de Witte van Citters wegens
het afsterven van den heer A. A. des Tombe te 's Gravenhage, werden
wij verrast door een testamentaire beschikking van den overledene, waarbij
een deel zijner eigen collectie schilderijen in eigendom van het Rijks-
museum zou overgaan. Een ander deel was bestemd voor het Mauritshuis.
Bekennen we aanstonds, dat onze verrassing wel getemperd werd bij het
in oogenschouw nemen der ons toegedachte schilderijen, daarmee vergelijkende
de werken, die voor het Haagsche museum bestemd waren.

Maar we hebben ons naar de bepalingen van den erflater te schikken,
wat nog gereedelijker gaat bij de overweging, dat gelijktijdig het ontbre-
kende deel van het legaat de Witte van Citters binnenkwam, waardoor het
Rijksmuseum met enkele zeer belangwekkende voortbrengselen van vroeg
zeventiende-eeuwsche portretkunst verrijkt werd. Hierop hopen we later in
uitvoeriger beschouwing terug te komen. Thans een korte vermelding der
werken, deel uitmakende van het legaat des Tombe.

Leonard Bramer: Verloochening van Petrus.

Len zeer merkwaardige uiting van dezen meester, wijl zijne oorspronke-
lijkheid daarbij treffend zich heenwerkt door vele invloeden van buiten. (Het
stuk is gemerkt en gedateerd 1642). Zoo hij zich bij zijn teekeningen,
 
Annotationen