Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Feith, J. A.: Het huis Menkema
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0158

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
149

ingang naar de westzijde verlegd. Het huis bestond voortaan uit drie aan
elkander geplaatste gebouwen, elk met een afzonderlijk dak; een breede
gang (de oorspronkelijke dwarsgang) liep van oost naar west dwars door
deze drie gebouwen heen. De vloer van de gang van het achterste of
oostelijke gebouw lag een vijftal treden hooger dan die van liet overige
gedeelte der gang. In dat achterste en waarschijnlijk oudste gebouw waren

beneden de overwelfde keuken, bier- en provisiekelders en bestond geen
bovenverdieping. Op bovenstaande afbeelding van achtergevel en noorde-
lijken zijgevel is het boven vermelde duidelijk te zien; de twee kleine
ramen zijn die, welke licht werpen in het verhoogde gedeelte van de gang.
Overigens zijn duidelijke sporen te vinden, dat in den achtergevel niet
zooals thans vier. doch tien lange smalle ramen zijn geweest.

De nieuwe heer van Menkema, jonker Mello Alberda, bracht in het door
hem in 1682 aangekochte huis opnieuw belangrijke wijzigingen. Bovenden
nieuwen (westelijken) ingang plaatste hij het door leeuwen vastgehouden,
in zandsteen gebeitelde wapen der Alberda's en inwendig werden door hem
niet minder dan drie in eikenhout gebeeldhouwde schoorsteenmantels of
schouwen geplaatst. Of hij ook de stichter is geweest der beide hoek-
torentjes of wachthuisjes aan de twee westelijke hoeken van het voorplein,
is niet met zekerheid vast te stellen, de daken wijzen op iets vroegeren tijd.
Deze wachthuisjes, welke tot verdediging van het huis nimmer hun diensten
 
Annotationen