Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Feith, J. A.: Het huis Menkema
DOI Artikel:
Moes, Ernst Willem: Iets over de schilders van der Maes
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0180

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
i7i

Korte Mecledeelingen.

Iets over de schilders van der Maes.

Ieder oogenblik wordt in kunstverzamelingen en vaker nog in archief-
bescheiden de naam van een voorheen onbekenden schilder ontdekt. Zeldzamer
zijn de gevallen, maar zeker niet minder belangrijk, dat aan een sedert eeuwen
herhaalden naam de werkelijkheid ontzegd moet worden. Dit is het
geval met een zekeren Coenraet van der Macs, »cunstich conterfeyter naer
't leven", die door Orlers in 1641 genoemd wordt als de meester van
Joris van Schooten. Aardig is het op te merken, hoe twee en een halve
eeuw later een geheel gelijke schrijf- of drukfout gemaakt is in Obreen's
Archief (IV p. 1), waar Mr. Koenraet Krynsz. van der Maes, schilder in
1615 als «Meester van Sindt Lucasgilde binnen den Haghe ende Hage-
Ambacht" genoemd wordt. Twee drukfouten ontsieren deze bladzijde. In
plaats van 1615 moet gelezen worden 1605, en in plaats van Mr. Koenraet
»Mr. Everaet" (beide trouwens genoemd op p. 319).

Deze »Mr. Everaet" was toen niet lang geleden uit Italië teruggekeerd en
had zich in 1604 in het Haagsche gild laten inschrijven. Hij was de zoon
van Kryn Coensz., met wien het ook al niet voorspoedig gegaan is in de
boekstaving van zijne werkzaamheden, want in Obreen's Archief II p. 110,
in, 115 en 117 wordt hij viermaal Cornsz. in plaats van Cofnsz. genoemd,
zoodat hij in het register onder Cornelisz. gezocht moet worden. En hier
hielpen geen corrigenda den lezer op weg.

Voor den ongeloovige die op Orlers' gezag toch aan dien ouden
Coenraet van der Maes als meester van Joris van Schooten wil vasthouden,
wil ik er even op wijzen, dat dezelfde Orlers drie bladzijden eerder een andere
vergissing begaan heeft, door Jacob van Swanenburch in 1639 binnen
Utrecht te laten sterven, terwijl hij toch al 17 Oct. 1638 uit zijn hnis op
de Breestraat in de St.-Pieterskerk te Leiden ten grave gedragen was.

Een bestendiging van het misverstand is ook daardoor te verklaren,
dat er werkelijk een Coenraet van der Maes geweest is, maar die tot
een jongere generatie behoort en in 1613 of 1614 te 's-Gravenhage
geboren is, vermoedelijk als de zoon van den glasschilder Segher Krynsz.
van der Maes, den jongeren broeder van Evert voornoemd. Deze liet zich
29 Juni 1634 te Leiden inschrijven als student in de medicijnen, maar
werd later in 1645 lid van het Haagsche St. Lucasgild, terwijl hij wapen-
teekeningen aan de prinselijke familie leverde. Nog in 1669 was hij
Hoofdman van het gild. E. W. Moes.
 
Annotationen