Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Martin, Wilhelm: Tentoonstelling van Oude Portretten in den Haagschen Kunstkring
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0187

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
178

(Parijs), Lawrie & Co., cn Sir Cuthbert Quilter (beiden te Londen). Het
mansportret van Lord Spencer wordt onmiddelijk na de sluiting der Guild-
hall-tentoonstelling te Londen, waar liet thans prijkt, in den Kunstkring
verwacht.

Van Gerard ter Borch bet — evenals de meeste bovengenoemde
stukken nooit tentoongestelde — meesterlijke miniatuurportret van den
Graaf van Peneranda, uit de verzameling-Warneck te Parijs. Voorts drie
portretten ten voeten uit (eigenaars: Luyken Glashorst te Amsterdam en
Scbloss te Parijs) en een mansportret, ingezonden door de Douairière van
Lennep te 's Gravenhage.

Na Rembrandt, Hals en ter Borch, wier oeuvre een groote attractie
van deze tentoonstelling zal uitmaken, vinden wij er Flinck met een vijftal
goede stukken uit verschillende periodes. Ook Ferdinand Bol, Backer
(twee schilderijen uit de coll. Cremer alhier), Aert dc Gelder (het van de
Utrechtsche tentoonstelling bekende mansportret van 1685). Victors, Verspronck
(4 stuks) en de Bray kan men er goed leeren kennen.

Voor de kennis van van der Helsl's ontwikkelingsgang is zeker
heugelijk het feit, dat zijn sterk Elias-achtig regentenstuk uit het Walen-
weeshuis te Amsterdam ter expositie aanwezig is. In zijn rijpsten tijd zien
wij hem in het middenstuk van een der lengte-wanden met een kolossaal
mansportret van 1644, eigendom van den kunsthandelaar Wallis te Londen.

Primitieven zijn er eigenlijk niet: slechts één bijzonder fraai mans-
portret uit de collectie Gumprecht te Berlijn, een Mabuse, en enkele andere.

Maar er moeten nog een tiental kisten inkomen: wie weet wat die
nog herbergen!

Onder de oudere 17e eeuwsche Hollandsche portretschilders is Mierevelt
al zeer goed te genieten in twee portretten uit de collectie van Jhr. W.
H. van Loon te Amsterdam, één uit die van Dr. Bredius en één uit die
van Graaf H. van Hogendorp alhier.

Morcelse prijkt er met drie of vier stukken, waaronder één, dat in dc
Guildhall onlangs terecht zeer de aandacht trok.

Noem ik nog de namen Jan Miense Molenaer (2 stuks, waaronder een
zijner hoofdwerken, uit de coll. v. Loon te Amsterdam), Cuyp (2 stuks),
de Keyser (3 stuks van bijzondere importantie),^^'^ Leyster, CornelisJanssens
van Ceulen, Jan Steen, Netscher en Codde, dan heb ik veel van het voor-
naamste genoemd van wat er aan meesterstukken uit den grootsten tijd is.

Van dc Vlaamsche school zijn slechts enkele, doch lang niet slechte
stukken aanwezig: een vrouwenportretje van den ouden Picter Pourbus
(coll. Gumprecht, Berlijn), een Anton van Dyck uit de coll. Schloss te
Parijs, een Simon de Vos en een bijzonder fraaie Rubens, die morgen
aankomt, en, volgens het zeggen van die hem gezien hebben, met den
Hals van Lord Spencer de »clou" der tentoonstelling zal uitmaken.

De schilderijen uit het einde der zeventiende en dc achttiende eeuw
zijn op één wand gehangen: Maes in zijn laten tijd, Verkolje, Liibieniclzki,
 
Annotationen