Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Een Hollandsche stad in Sleeswijk-Holstein: (nar het artikel van den Regierungs-Baumeister Paul Krause in "Die Denkmalpflege", 1903 n° 6)
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0199

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
190

Kwakers en Mennonieten bij de Hollandsche Remonstranten. Van deze laatsten,
die oorspronkelijk de meerderheid vormden, trokken spoedig de aanzienlijksten
weder weg, toen in Holland vrijheid van godsdienst was toegestaan.

De stad was aangelegd midden in het lage land aan den rechteroever
van den Eider, zoo dicht aan zee, dat de zeeschepen bij vloed de stad
bereiken konden. De Treene, die lager op den Eider uitmondde, werd door
sluizen afgesloten en de hiertoe gegraven kanalen gaven de hoofdlijnen voor
het stadsplan, dat nog heden onveranderd is gebleven en met zijn regel-
matige rijen boomen het eigenaardig aanzien geeft, dat nu nog eiken bezoeker
van het stille nette stadje treft.

In de kerken zijn nog verschillende onderdeden, die uit de oude kerk
stammen, die door de zee aan het dorp is ontrukt (zie Verzeichnis der

Kunstdenkmaler in Schles-
wig-Holstein) en van de
oorspronkelijke huizen uit
de eerste Hollandsche tijd
zijn nog enkele behouden.

In den laatsten zomer
werd een eenvoudig maar
deftig, goed bewaard
huis aan de Mittelburg-
grabe afgebroken. Van
een naburig' huis is de
betimmering van een ka-
mer in liet Flensburger
museum geplaatst. Van
andere huizen vindt men
nog aardige deuren of
wanden met Delfsche
tegels o. a. een tableau
van een vogelkooi,bestaan-
de uit 15 gekleurde tegels.
Gelukkig is het belang-
rijkste huis der stad in
den ouden staat bewaard
gebleven, de zoogenaam-
de Alte Münze, die thans
In 1002 afgebroken huis te Friedrichstadt. , , ,

in het bezit is van de

Mennonietengemeente. Dit huis werd in 1625 door den stadhouder Moers-
bergen gebouwd, wiens dochter omstreeks 1640 reeds de zaal in den
achtervleugel aan de Lutherschen voor godsdienstoefening afstond. In 1652
werd het huis door de Mennonieten verkregen, die het zuidelijk deel in 1708
tot kerk inrichtten. Dit deel is op een gewelfden kelder gebouwd en bevatte
volgens de overlevering oorspronkelijk de pronkzaal van den stadhouder en
 
Annotationen