Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr.6
DOI Artikel:
Amsterdam - De toren der Eusebiuskerk te Arnhem - De Broerekerk to Bosward [...]
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0231

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
De toren der Eusebiuskerk te Arnhem zal eindelijk onder
handen genomen worden. De gemeenteraad heeft, nadat tevergeefs gehoopt
was voor een algeheele restauratie rijkssubsidie te ontvangen, alvast ƒ1800
toegestaan voor dringende herstellingswerkzaamheden, waarvoor verder
ƒ20.000 benoodigd zullen zijn.

(De Bouwwereld, 5 Augustus 1903.)

De Broerekerk te Bolsward.

Nadat op de begrooting voor 1903 een subsidie voor de restauratie
dezer kerk was uitgetrokken, is met de werkzaamheden een begin gemaakt.
Men verwacht, dat hiervoor 3 jaren zullen vereischt worden. Het dagelijksch
opzicht is opgedragen aan den Heer Vrij burg'gemeente-architect te Bolsward,
terwijl ook van Rijkswege toezicht wordt gehouden.

De Broerekerk is na de Groote kerk te Leeuwarden, die in 1245 werd
gesticht, de oudste nog aanwezige kloosterkerk in Friesland. Zij is in 1270 -
of volgens anderen in 1218 — gebouwd en is een zuiver Friesch bouwwerk
ontworpen door den abt Hoyte van Lidlum, die ook dc plannen maakte
voor de kerken te Baijum- en de St. Ursula-kerk bij Tjummarum. De kerk
is van Friesche moppen gebouwd. In 1684 werd er een nieuwe toren op
geplaatst, die weinig met den stijl van het gebouw strookte, en ook de
ramen, de deuren en het dak zijn niet meer in den ouden vorm bewaard.
Uit eene oude teekening blijkt, dat in de Middeleeuwen op den topgevel
geen toren stond, doch enkel een vierkant stuk metselwerk, evenals op de
punten der gevels van den Martinitoren. Wel stond in dien tijd op den
Broerekerk een torentje, maar veel verder naar achteren bij het begin van
het koor.

(Zie uitvoeriger De Opmerker, 1 Augustus 1903.)

Het groote Hunebed bij Borger ').

Aan een schrijven van den Heer G. J. Landweer Jz. te Hoogeveen
ontleenen wij het volgende :

Sinds jaren heeft het Rijk zich de zorg voor het behoud der Hune-
bedden aangetrokken door deze tot Rijks eigendom te maken en jaarlijks
een klein bedrag voor het onderhoud dezer monumenten uit den voortijd
op dc begrooting uit te trekken. De goede zorgen strekken zich zelfs tot
de omgeving uit, waarhij het alleen valt te betreuren, dat de zuinigheid
er toe heeft gevoerd om een wel wat te kleine strook rond de Hunebedden
te onteigenen. Bij het groote Hunebed is o a. slechts 17.20 A. onteigend!

ï) Het hierbij afgedrukte gezicht op het groote Hunebed bij Borger is genomen
vóór de besproken verandering.
 
Annotationen