Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr.6
DOI Artikel:
Muller, Samuel: Borden en kannen
DOI Artikel:
Riemsdijk, B. W. F. van: De Schilder Nicolaes van Galen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0249

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
240

Teylingsche slotgracht te werpen, wijst er op, dat men de kannetjes als
drinkbekers gebruikte of althans dat men het daarvoor hield, dat dit vroeger
geschiedde, toen dit zotte oude verhaaltje bedacht werd, om de aanwezigheid
van vele Jacobakannetjes in de slotgracht te verklaren. Maar ik zou denken,
dat zij niet als bekers, maar als kannen dienst hebben gedaan. Men zal mij tegen-
werpen, dat een dergelijk gebruik der kleine kannetjes niet overeenkomt
met hetgeen ons bekend is omtrent de capaciteit der middeleeuwsche magen.
Het bezwaar is gewichtig. Maar ik voer daartegen aan, dat er een type van
Jacobakannetjes bestaat, dat om den hals een dikken scherpen rand draagt, —
een type derhalve, dat als geschapen schijnt om het drinken uit deze
kannetjes nagenoeg onmogelijk te maken. Het Stedelijk museum van Utrecht
bezit daarentegen verschillende kleine, in het midden versmalde bekertjes
(waaronder een stel van drie, die bij elkander in den grond gevonden zijn),
die van volkomen hetzelfde maaksel zijn als de Jacobakannetjes en die
dus als aangewezen schijnen, om daarbij als bekers dienst te doen. Een
geheel dergelijk, doch fraaier bekertje, berustende in het Kunstindustrie-
museum te Kopenhagen, is versierd met hetzelfde rijke ornament als eene
daarbij bewaarde Siegburger tuitkan en behoort dus blijkbaar daarbij; het
moet denken aan een stel, kan met bekers. Voor het drinken van bier,
dat in groote hoeveelheden genoten werd, zijn echter inderdaad zoowel
deze kannetjes als deze bekertjes te klein; ik zou dus willen denken aan
eene kostbaarder drank. Zouden wij dan wellicht in de Jacobakannetjes en
de daarbij behoorende bekertjes de middeleeuwsche wijnflesschen ') en
wijnglazen mogen herkennen r

Want (en dit ten slotte) het vermoeden van den heer Six, dat glaswerk
(zelfs in de 16e eeuw) gewoon was op den disch onzer voorouders, kan
ik niet aannemen. Middeleeuwsch glaswerk is ons zéér weinig bewaard, en
de broosheid van het materiaal verklaart dit toch niet voldoende. Glas schijnt
dan ook in de middeleeuwen zeer kostbaar geweest te zijn : de kroniek
der beroemde abdij Aduard in Groningerland verhaalt met zekeren ophef,
dat de abt omstreeks 1570 een vertrek in de abdij versierde »roboreis
tabulis atque picturis lectis et vitreis fe/iestrts" en aldus daarvan maakte
een verblijf, dat eenen abt waardig was.

S. Ml'i.i.er Fz.

1) Ue wijn schijnt destijds steeds van het vat gedronken te zijn : zelfs voorname
fieden lieten een taak (d. i. ongeveer een flesch) wijn halen bij de tappers. Open
flesschen of kannen waren dus niet ongewoon: in Duitschland drinkt men den
landwijn trouwens nog altijd zoo.

De Schilder Nicolaes van Galen.

In het Raadhuis te Hasselt, provincie Overijssel, hangt een groot doek
1.92 M. hoog bij 2.oi M. breed, voorstellende de rechtspleging van Graaf
 
Annotationen