Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 5.1903-1904

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Nieukerken, Johannes Jacobus van: Kerk van St. Getrudis te Geertruidenberg
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17411#0194

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
i§7

Kerk van St. Gertrudis te Geertruidenberg.

Voor zooverre kan worden nagegaan klimt de geschiedenis van de
St. Gertrudiskerk te Geertruidenberg op tot de 7e eeuw na Chr.

Toen Gertrudis, dochter van Pepijn van Landen, Hofmeier van den
Frankischen koning, kort na haar overlijden in 664 onder de Heiligen is
opgenomen, werd waarschijnlijk op de plaats, waar thans de St. Gertrudiskerk
verrijst, te harer nagedachtenis en vereering eene kapel gesticht, die door
Amandus, Bisschop van Maastricht, werd gewijd.

Ofschoon de tijd van stichting der kapel niet juist bekend is, wordt het
bestaan daarvan bevestigd uit een giftbrief van 992, waarin Hilgondis
gravin van Strijen. stichtster van het klooster of de abdij van Thorn, aan
die abdij verschillende goederen wegschenkt en waaronder voorkomt »al
het vrije goedt 't geen mij de roemruchtige koning Swentibold eertijd in
mijn landt van Strijen geschonken hadt" en daaronder wordt genoemd
»den Berg des Oevers, alwaar St. Gertrudis lichamelijk verkeerd heeft en
een kapel heeft, door den H. Amandus ingezegend." 2)

Het is niet met zekerheid uit te maken, of er tusschen deze kapel van
vóór 992 en de tegenwoordige kerk van St. Gertrudis met de vroeger
daarbij gestaan hebbende kapel in zooverre eenig verband bestaat, dat zou
kunnen worden aangenomen, dat kerk of kapel (waarvan thans de funda-
menten alleen nog over zijn) zou gesticht zijn op de plaats der oude kapel
van St. Gertrudis.

De vroeger ontgraven krypt en de thans ontgraven daaraan grenzende
kapel bevatten geen gegevens, waaruit zou zijn op te maken, dat de bouw
dateert van de iou eeuw of vroeger, en mitsdien is het gewaagd
ten opzichte van plaats en vorm dier oude kapel eenige onderstelling op
te bouwen.

Ten opzichte van het eigenlijke stichtingsjaar bestaat noch uit archieven,
noch uit andere historische bescheiden eenige zekerheid.

Gegronde reden bestaat nochtans voor de meening, dat in 1261 reeds
eene kerk daar ter plaatse stond. Immers in 1261 schrijft de Abdis van
Thorn, »dat zij het patroonnaatrecht der kerken Gilse, Baerle en Geer-
truidenberg aan het kapittel van Thorn heeft geschonken en verzoekt de
scholasten van dat kapittel van den Bisschop van Luik de goedkeuring
dier gift enz. te verkrijgen." ~)

Den 9e" Mei 1310 richt de abdis van Thorn te Geertruidenberg aan
Bisschop Theobald van Luik het verzoek om, »dewijl de parochiekerk

1) Zie over dezen giftbrief Joseph Habets, De archieven van dit Kapittel der Hoog-
adellijke Rijksabdij Thorn (1889), Izaak van Nuijssenburg, Korte beschrijving van
Geertruidenberg (1774) en van Goor, Beschrijving van Breda (1774).

2) Ondcrgeteekende mocht van den Heer A. Flament, Archivaris te Maastricht,
deze en andere hierna volgende mededeelingen met de meeste welwillendheid ontvangen,
waarvoor hij hier zijn besten dank uitspreekt.
 
Annotationen