Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (5.1903-1904)

29

woordig is, door hen moest worden bekostigd, dan wordt het mij ten
eenemale raadselachtig. Tenzij 't mocht vaststaan, dat ook de kelderverdieping
uit denzelfden tijd dagteekent, zou ik hun aandeel wenschen te beperken
tot dien bovenbouw, die althans aan hun geldmiddelen minder — zij 't dan
ook nog altijd groote — eischen stelde.

Liever zou ik nog iets verder willen gaan en gissen, dat een gedeelte
van het huis, de hooge, kostbare toren b.v., reeds bestond toen zij den
Leler kochten en zij zich hoofdzakelijk tot herstellingen en veranderingen
konden bepalen.

Ik sluit mij hierom aan bij het vermoeden, door den heer H. M. Werner
te Brummen geopperd in een belangrijk artikel over het Kasteel te Wijchen
in De Huisvriend 1886 (met een zeer goede afbeelding), dat de bouwheer
een man van veel grooter vermogen was, de rijke Herman van Bronckhorst
Batenburg, of wel Herman Dirk, die omstreeks 1595 het schoone kasteel
te Batenburg heeft herbouwd.

»Dat het kasteel.... gebouwd is door Don Emanuel staat vast; de
sierankers wijzen dit ook aan.1' Is er wel een ander bewijs voor dan de
sierankers ? 1) Zonder twijfel duidt de dubbele E op Emanuel en Emilia,
en eveneens de gesloten S, van wier beteekenis de heer Mulder een
zeer scherpzinnige en alleszins aannemelijke verklaring gaf. En nu veroorloof
ik mij de vraag: is het niet mogelijk, dat die ankers door hen in de
buitenmuren zijn aangebracht? Het front van het voorgebouw zal wel
door hen gesticht zijn.

Haarlem. J. Craandijk.

Wijnhuis te Zutphen.

Men is gereed gekomen met een kleine restauratie van de fraaie
Renaissance-portiek voor het Wijnhuis alhier. De raad verleende daarvoor
indertijd — 27 October 1902, — een krediet aan B. en W.

Enkel de afdekking der portiek is hersteld. Zij zag er tot dusverre
zeer geschonden uit. Vernieuwd zijn de vier Ionische kapiteelen, waarop
die afdekking rust, het lijstwerk (architraaf enz.) en het gevelveld (tympanon),
waarin het wapen van Zutphen, geflankeerd door twee leeuwen, is uitge-
houwen. Ook de beide vazen op de hoeken zijn vernieuwd. Van het
lijstwerk zijn enkele stukken behouden. Het beeldhouwwerk is uitgevoerd
door L. Henzen, het steenhouwerswerk door J. G. Lentz en P. van den Cruijcen.

De portiek zelve, ontworpen door den stadsmetselaar Emond Hellenraet,
is de laatste arbeid, die in de 17de eeuw aan het Wijnhuis is verricht. Zij

1) Misschien bevat de correspondentie met den graaf en de gravin van Culenborg,
waarvan Nijhoffs Bijdragen (2 bl. 224 ev.) eenige proeven leveren, Iets omtrent deze
zaak; over hun geldgebrek staat er genoeg in !