Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 5.1903-1904

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Berichten over Nederlandsche Musea
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Groote Kerk te Dordrecht
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17411#0224

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
217

Uit de den Raad verstrekte inlichtingen bleek, dat het den directeur
van het Rijksmuseum, jhr. van Riemsdijk, gelukt was de hand te leggen
op dit doek, dat vroeger in de kamer van den burgemeester van Delft
had gehangen, maar in 1861 was verkocht uit plaatsgebrek. Sedert was
het in een der kerken de Delft opgehangen en thans had jhr. van Riems-
dijk voor f iooo het doek gekocht en deed hij der gemeente het aanbod,
het over te nemen voor den kostenden prijs.

In het schrijven van jhr. van Riemsdijk wordt de kunstwaarde van
de schilderij zeer geroemd en der gemeente ernstig gewezen op het be-
trekkelijk luttele van het bedrag der aankoopsom.

De wethouder van financiën deelde den raad nog mee, dat op de a.s.
staatsbegrooting gelden zijn uitgetrokken om een der zalen van het voor-
malige Prinsenhof alhier in te richten tot gemeentemuseum. Daartoe zal
dan de verzameling, welke thans als gemeentemuseum op het stadhuis
wordt tentoongesteld, naar die zaal worden overgebracht en verder zal het
nu aangekochte doek daar een plaats vinden, en eindelijk zal het rijk,
mogelijke in het rijksmuseum aanwezige, voor de historie van Delft be-
langrijke voorwerpen aan de gemeente Delft in bruikleen afstaan, ter
plaatsing in bedoeld museum.

De raad besloot, zooals gezegd tot aankoop en nam verder met inge-
nomenheid kennis van de gevoerde onderhandelingen en van het daardoor
verkregen resultaat.

Oude Monumenten.

Groote Kerk te Dordrecht.

De restautatiewerken vorderen goed. Reeds is men gereed met het
bovengedeelte van het koor. waarvan de ribben en kolommen van de
witlaag zijn ontdaan en in de vensters de steenen stijlen en vullingen zijn
aangebracht. De rijke en sierlijke afwerking der bladkapiteelen met dubbelen
bladerrand komt thans tot het volle recht, nu de vormen weder geheel
zichtbaar zijn na de verwijdering der witlaag.

Waarschijnlijk zal reeds spoedig de tijdelijke vloer hier kunnen ver-
wijderd worden en overgebracht naar het Vrouwenkoor voor het nazien
der gewelven.

De ribben van het gewelf vertoonen in het midden eene tapijtschildering
in rood, blauw, wit en groen, terwijl de gewelfvelden bij de kruising der
ribben beschilderd zijn met gestyleerde distels, waartusschen koppen van
mooren en van dieren. In het samenvallen van de ribben bij de koorsluiting
is een kroon geschilderd, waaruit door twee kinderfiguurtjes gehouden
 
Annotationen