Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 5.1903-1904

DOI Heft:
Nr. 2 en 3
DOI Artikel:
De Sint-Janskerk te Gouda
DOI Artikel:
Mulder, Adolph: Iets over de Leidsche St. Pieterskerk, hare geschiedenis en architectuur
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17411#0061

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
54

Zij doet daarom een nieuw beroep op de goedgeefschheid van belang-
stellenden.

Bijdragen worden gaarne in ontvangst genomen door den penning-
meester den Heer H. J. Nederhorst te Gouda.

Iets over de Leidsche St. Pieterskerk, hare geschiedenis en
architectuur.

Toen wij onlangs te Leiden vertoefden en daar teekeningen vervaardigden
van het monument, dat het onderwerp dezer verhandeling zal uitmaken,
waren wij meermalen in de gelegenheid op te merken, hoe weinig de
inwoners dier stad bekend zijn met de geschiedenis van dit schoone
product van middeleeuwschen kerkbouw. En met verbazing bemerkten
wij toen, dat bij velen de onwetendheid op dat punt zoo groot is, dat
eene schilderij, hangende in de kamer der gemeente-commissie en een
beeld gevend van de St. Pieterskerk, zooals zij was in de 15e eeuw,
beschouwd wordt voor te stellen de in 1365 gestichte en in 1820 gesloopte
O. L. Vrouwekerk aldaar !).

Wij hebben daarom de geschiedschrijvers der stad geraadpleegd, die
Leiden met zijn gebouwen en monumenten hebben beschreven, doch na
dit onderzoek ■ wij moeten het eerlijk bekennen — heeft het ons in
geenen deele meer bevreemd, dat zoo velen slecht zijn ingelicht; immers
Jan Jansz. Orlers deelt ons weinig of niets van de kerk mede, Frans van
Mieris geeft eene geheel verkeerde voorstelling van den stand van den
toren, steunend op eene onjuiste hypothese, terwijl Mr. Daniël van Alphen
door het aanvoeren van meerdere gegevens de fout van Frans van Mieris
voortzet en nog verergert.

Wij hebben daarom gemeend, dat wij velen wellicht van dienst zouden
zijn, wanneer wij de bijeengegaarde gegevens tot een opstel verwerkten
en dat de belangstelling" in dit grootsche bouwwerk daardoor zou worden
gaande gemaakt.

De stad Leiden, die tot een der oudste steden van ons vaderland
wordt gerekend, werd herhaaldelijk vergroot, voor de eerste maal in 1294,
daarna in 1355, vervolgens in het jaar 1389 en ten slotte in 1611 —1612;
het oudste gedeelte wordt ingesloten door den Nieuwen Rijn, die zuid-
waarts van den Burcht stroomt, door het water van de Steenschuur en van
het Rapenburg: 't is in dit gedeelte der stad, dat onze St. Pieterskerk
gebouwd is.

l) Deze kerk was gelegen aan de Haarlemmerstraat en werd geschonken aan
de Fransche en Waalsche vluchtelingen; in 1820 werd zij uit hoofde van bouw-
valligheid gesloopt, terwijl de toren tot het einde van 1837 gespaard werd, in welk
jaar deze het lot der kerk deelachtig werd.
 
Annotationen