Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 5.1903-1904

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Berichten over Nederlandsche Musea
DOI Heft:
Stedelijk Museum te Leiden
DOI Heft:
Oudheidkamer te Bergen
DOI Heft:
Oude Monumenten
DOI Artikel:
Keppel, J. R. van: De muurschilderingen in de Groote- of Lieve Vrouwekerk te Breda
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17411#0018

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
12

Berichten over Nederlandsche Musea.

Stedelijk Museum te Leiden.

Door het Stedelijk Museum werd in bruikleen ontvangen door
Dr. C. Hofstede de Groot te 's-Gravenhage een schilderstuk van Abraham
Jansz. Begeyn, voorstellende een door distels omwonden voetstuk van een
pilaar met vogels, hagedissen en vlinders. Het doek is binnen de lijst
breed 98 cM. en hoog 1 M. 7.

Abraham Jansz. Begeyn werd in 1637 of 1638 te Leiden geboren en
vestigde zich in 1672 te Amsterdam, van waar hij in 1681 naar den Haag
vertrok en in 1688 naar Berlijn. Hij werd hier benoemd tot hofschilder
van den keurvorst van Brandenburg en overleed te Berlijn in het jaar 1697.
Hij schilderde bij voorkeur landschappen met insecten.

Deze Leidsche schilder was tot nu toe door geen schilderij in het
museum vertegenwoordigd, zoodat het door de welwillendheid van den
heer Hofstede de Groot verkregen stuk een gewenschte aanwinst mag
genoemd worden. L. D.

Oudheidkamer te Bergen.

Mevr. van Reenen—Völter bericht ons, dat zij te Bergen een klein
museum heeft ingericht in den vorm eener Oud-Bergerkamer, welke voor
belangstellenden te bezichtigen is.

Oude Monumenten.

De Muurschilderingen in de Groote- of Lieve Vrouwekerk
te Breda.

De redactie van het Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen
Bond vereerde mij met eene uitnoodiging om eenige uitvoerige mede-
deelingen te willen inzenden omtrent de muurschilderingen in boven-
genoemde kerk.

Wegens het belang der zaak vermeende ik mij daaraan niet te mogen
onttrekken, hoewel ik gaarne die taak aan meer bevoegden had zien
opgedragen.

De in den aanvang dezes jaars ontdekte en thans gerestaureerde
schildering in het noordertransept werd in N°. 4 van den 4011 jaargang
 
Annotationen