Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 5.1903-1904

DOI Heft:
Nr. 2 en 3
DOI Artikel:
Regt, W. M. C.: Gebrandschilderde Kerkramen te Oudshoorn
DOI Artikel:
Ned Herv. Kerk te Rheden / Uit Rotterdam /Toren te Soest
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17411#0096

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
89

hunner voorgangers te willentr aanekken en de herstelling te bevorderen.

De Burgerlijke Gemeente heeft toegezegd een bedrag van ƒ425. — , de
Ambachtsheer van Reede van Oudtshoorn een bedrag van ƒ300.— en een
Gemeentenaar een bedrag van ƒ400. - .

Hoewel de belangstelling nog door meer en ruimer giften zal blijken,
blijft evenwel een groot deel der vensters thans verstoken van bepaalde
begunstigers, zoodat de middelen van Kerkvoogden en Notabelen niet
voldoende zullen zijn om daarmede het zoo noodzakelijke werk te voltooien.

Aan verder uitstel mag niet worden gedacht, omdat daardoor het
ongineele werk gaandeweg verdwijnt/'

Oudshoorn. W. M. C. Regt.

Ned. Herv. Kerk te Rheden.

Nu de uitwendige restauratie van de kerk (uit 1505) gereed is, wenscht
het kerkbestuur die van den I2en eeuwschen tulsteenen toren ter hand te
nemen en heeft het bestuur zich tot den raad gewend om den toren aan
de kerkelijke gemeente af te staan. Het rijk heeft voor de restauratie
ƒ9300.— beschikbaar gesteld, te verdeelen over vier jaren.

Uit Rotterdam.

Rotterdam bezit weinig monumentale gebouwen of museums. Dit is
van algemeene bekendheid. Onder deze bekleed het Schielandshuis (Museum
Boymans) eene voorname plaats. Men is bezig het oud archief, het eigen-
lijke sousterrain van museum Boymans in te richten voor tentoonstellings-
lokalen, bevattende vele bijeenvergaarde oude merkwaardigheden uit Rotterdam.
Jammer dat niet een paar lokalen disponibel kunnen zijn om daar ook eenige
belangrijke afgietsels te plaatsen van oude kunstvoorwerpen. Betrekkelijk
gemakkelijk en goedkoop te bekomen, zou het voor eene stad van 350.000
inwoners toch geene overdreven luxe zijn. Moet men een beeldhouwer of
ander vakman iets opdragen, voorbeelden om aan te tooneu hoe onze
voorvaderen zulks zouden doen, zoo onmisbaar om iets goeds modern
voort te brengen, vindt men in deze stad zoo goed als niet.

En dat men er zich voor dergelijke kunstzaken niet te warm maakt, bewijst
het feit dat men den schoonen gevel van het museum Boymans, opge-
trokken in duren en fraaien zandsteen, wederom opnieuw geverfd heeft,
zonder dat noch in den Raad, noch in een courant, (de Maasbode voor
zoover ik gezien heb alléén uitgezonderd), noch van een of ander kunstlichaam
één woord van protest tegen dit euvel vernomen is. Te Haarlem is men
bezig aan 't stadhuis, den geverfden zandsteen van de verflaag te ontdoen,
te Rotterdam denkt men er naar 't schijnt zelfs niet over. Men heeft wel
 
Annotationen