Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 5.1903-1904

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Nieukerken, Johannes Jacobus van: Kerk van St. Getrudis te Geertruidenberg
DOI Artikel:
Raadhuis te Jisp
DOI Artikel:
Boekbeoordeeling en -aankondiging
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17411#0201

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
194

overblijfsel uit de middeleeuwen, waarvan verdere bestudeering noodig is
om voldoende kennis op te doen over den oorspronkelijker! toestand. Tegelijk
zal daaruit blijken, dat het een dure plicht is dit monument goed onder-
houden te doen voortbestaan, om de geschiedenis van kunsten en weten-
schappen uit de middeleeuwen, die het eerst en het best vertolkt werden
in de bouwwerken dier tijden, aan het nageslacht mede te deelen.
's-Gravenhage, 13 April 1904. J. J. van Nieukerken.

Raadhuis te Jisp.

De commissie tot restauratie van dit merkwaardige monument heeft
een circulaire verspreid met het doel de ƒ500.— bij elkaar te brengen die
nog ontbreken aan de gelden benoodigd om de zoo hoog noodige werk-
zaamheden te kunnen doen voltooien. Met bijdragen wende men zich tot
den secretaris van voornoemde commissie, den heer E. Venekamp te Jisp.

Boekbeoordeeling en -aankondiging.

Niederlandisches Künstler-Lexikon, auf Grund archivalischer
Forschungen bis auf die neueste Zeit bearbeitet von
Dr. Alfred von Wurzbach, Leipzig-Wien 1904, 8°.

Wij Hollanders hebben ons zooveel te verwijten op het punt van de
lexicographische behandeling van onze kunstgeschiedenis, dat wij een poging
in den vreemde gedaan niet dan met een gevoel van schaamte hebben te
aanvaarden en dat wij er onze kritiek slechts met groote welwillendheid
op mogen uitoefenen.

Het is bijna een halve eeuw geleden dat Kramm zijn veel en niet te
onrechte gesmaad breedsprakig werk het licht deed zien. Eerst sedert dien
tijd zijn de archieven onderzocht, zijn van een aantal collecties min of
meer beredeneerde catologi verschenen, zijn tallooze kunstwerken in allerlei
soort van reproducties bekend gemaakt. En wat hebben wij gedaan, om
het mogelijk te maken, de verkregen resultaten te overzien? Niets, absoluut
niets. Bij het maken van den eersten den besten catalogus stuiten wij
herhaaldelijk op tal van vragen, waar we eigenlijk maar een lexicon voor
behoorden op te slaan, om er de antwoorden in te vinden. Nu zijn wij
gedwongen, dozijnen registers van eenige tijdschriften door te zoeken, tal
van monografieën te consulteeren, en omdat dat in vele gevallen veel te
veel moeite is, nemen wij meestal op goed geluk maar over wat een
vroeger verschenen catalogus aanwijst.
 
Annotationen