Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 5.1903-1904

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Heft:
Oude Monumenten
DOI Artikel:
Kalf, Jan: Van borden en kroesen
DOI Artikel:
Cuypers, Joseph Theodorus Johannes: Oude and moderne maten
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17411#0047

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
41

dat men niet »in het ammelaken oft teliore met den messe steken sal",
eene waarschuwing dus, die alleen voor houten borden zin heeft.

In de middeleeuwen sneed men ook borden uit de korst van brooden:
»ende behoort de knape te makene fijne tailloren van rugghenen broode"
heet het van een der tafeldienaars van Karei den Stoute in zijne door
Olivier de la Marche in 1474 geboekte hofregelen ').

Daaruit blijkt verder, dat men, behalve metalen, ook drinkgereedschap
van aardewerk en van hout gebruikte: »de eerste Chanson heeft sulc
recht, dat als men presenteert den Prince wijn in' silverwerck 't present
behoort den Chanson ende in tennewerck den sommelier, ende in 't
houtwerckc ende aerdewercke behoort den Bewaerre van der scryne" 2).
Opmerkelijk, dat een glazen drinkvat toen dus nog niet gebruikelijk was.

Een eeuw later waren glazen en kristallen bekers vrij gewoon en
schijnt ook vaatwerk van porselein (men weet dat dit woord ook aardewerk
aanduidde) in gebruik te zijn geweest. Roemer Visscher zegt althans van
een rijkaard [Qniekeu, IV, 31):

Ghy hebt gesneden kassen en ingeleyde buffetten
Die vol fijne dwalen, tafeldakens en servetten
Veel kristallynen bekers en porscleyne vaten ....

En over het verschillend gebruik der vaten, naar gelang van hun
grondstof, brengt hij ons een aardige inlichting in zijn Rommelsoo (I, 59):

Het schrale water uyt een koperen vlotele,

Het groene wey uyt een houten schotele,

Het poffe bier uyt tinnen flappers wichtigh,

De klare wijn uyt roemers heel deurlichtigh:

Men mach 't weelinge kandeel uyt gulden stopen schincken ;

Dan niet beter als mos uyt een aerden kopken drincken.

Dit was dus omstreeks 1580.

Dat men, nog in de zestiende eeuw, uit aarden kannen dronk, gelijk
Mr. Muller veronderstelde, blijkt uit de mooie Boerenbruiloft van den
Helschen Breugel te Weenen, waarop ook — naar Dr. Vogelsang zich
herinnerde — borden van grijs aardewerk voorkomen.

Jan Kalf.

1) Uitgegeven door Matthaeus in zijne Analecta. Zie aldaar (ed. van 1738)
blz. 263 v.

2) Ibidem, blz. 273.

Oude en moderne maten.

Ken ieder die zich wel eens heeft bezig gehouden met het opmeten van
oude gebouwen of huisraad en kunstvoorwerpen uit vroeger eeuwen, heeft
daabij de opmerking kunnen maken, dat, als hij zich daarbij bedient van
 
Annotationen