Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 5.1903-1904

DOI Heft:
Nr. 2 en 3
DOI Artikel:
Regt, W. M. C.: Gebrandschilderde Kerkramen te Oudshoorn
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17411#0095

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
88

H. M. de Koningin Moeder, Z. K. H. Prins Albrecht van Pruisen, de Prov.
Staten van Zuid Holland en de gemeente Oudshoorn.

In de verwachting dat de resteerende ruim ƒ2000.— alsnog zullen
kunnen worden gevonden, is het werk der restauratie inmiddels opgedragen
aan den op dit gebied zoo kundigen Heer J. L. Schouten te Delft.

Behalve naar de mededeelingen, voorkomende in het Bulletin van 1902
(jaargang III) blz. 284—288), — wordt verwezen naar bijgaand rapport van
den Heer Jos. Cuypers.

«Gebrandschilderde vensters uit deze periode (1666 —1671) zijn in ons
vaderland zeer schaarsch en zulk een groot en geheel compleet werk, de
behandeling van gansch een kerkgebouw vindt zijn weerga niet.

De compositie, in den stijl van dien tijd, is met talent uitgevoerd, de
meeste onderdeden van figuren en kartels, die de heraldische schilden (de
hoofdmotieven) omgeven, zijn met smaak en zorg zeer schoon geteekend.

Alleen de talrijke grootere en kleinere wapenschilden zijn in kleur
uitgevoerd; al het overige is in grisaille. Deze grisaille is het, die juist
door haren aard meer aan vergankelijkheid is blootgesteld, dan krachtiger
behandeld glas uit vroegere perioden.

De vensters hebben alle min of meer geleden, vooreerst door het
verdwijnen van 't grisaille-schilderwerk op sommige plaatsen, maar nog
veel meer door het breken, bersten en daarna uitvallen der ruitjes.

Dikwerf werden stukken wit glas voor de uitgevallen beschilderde in
de plaats gezet, en heeft de dorpsschilder zich ten taak gesteld het alsdan
ontbrekende in de teekening op zijn manier bij te schilderen in olieverf.

Meer algemeen hebben de vensters hun rustig voorkomen verloren
door de herstelling, welke in 1865 door Amsterdamsche kunstenaars werd
ten uitvoer gebracht, wier werk op afstand reeds zoo goed te onderscheiden
is van de origineele behandeling door verschil in toon van het grisaille en
valsche schelle kleuren in de wapens.

Thans zijn nog talrijke gebroken ruitjes aanwezig, waarvan een deel
reeds is uitgevallen en die aan het gevaar blootstaan verder verloren te
gaan, omdat de oude loodzetting hare kracht verloren heeft om de schijfjes
goed vastgeklemd te houden.

De herstelling is dringend noodzakelijk. Zij zoude alleen aan zeer zaak-
kundige glasbranders, die speciaal tyde-eeuwsche grisaille werk reeds
hebben behandeld, mogen worden toevertrouwd en zoude in ongeveer twee
jaar ten uitvoer kunnen worden gebracht.

Aangezien deze 17 vensters werden geschonken o. a. door Prins
Willem Hendrik van Oranje (1667), door 't Hoogheemraadschap Rijnland,
door de Stemhebbende steden van Holland, door Burgerlijke en Kerkelijke
Gemeente en door de verschillende geslachten uit dien tijd. welke hier
hooge ambten vervulden, zooals van Reede van Oudtshoorn, werd allereerst
tot Hare Majesteit de Koningin, dan tot verschillende personen en besturen,
grootendeels met goed gevolg, het verzoek gericht om zich de schenking
 
Annotationen