DOI Heft:
Nr. 1
DOI Heft:Oude Monumenten
DOI Artikel:Boekbeoordeeling en Aankondiging
DOI Artikel:Weverij in Nederland
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17411#0045
39
te Dresden een stilleven van hem aanwezig is. Om van schilderijen in
particulier bezit en van niet gemerkte stukken niet te spreken, bleven
dus o.a. die in de musea te Aken, Augsburg, Hamburg, Hannover, Karlsruhe,
Keulen, Leipzig, München, Oldenburg, Pesth, Rotterdam en Schwerin
onbekend aan iemand, die over Heda meende te mogen schrijven.
Amsterdam. E. W. Moes.
Museum te Stockholm.
Op den vroeger door mij besproken uitnemenden catalogus van de
schilderijen in het Nationalmuseum te Stockholm is een supplement ver-
schenen, dat eenige nieuwe aanwinsten en gewijzigde toeschrijvingen bevat,
die ik, voor zoover ze de oud-Hollandsche kunst betreffen, hier kortelijk
wil aanstippen.
De vroeger met aarzeling aan Joachim Bueckelaer toegeschreven keuken-
scène van 1562 wordt thans met beslistheid aan diens oom en leermeester
Pieter Aertsz. toegekend. »
Nieuw verworven is een stuk van Abraham van Cuylenborch, als
gewoonlijk een grot voorstellende waarin nimfen zich in de nabijheid van
antieke bouwvallen baden. Het is gelegateerd door den Heer Johan Scharp
en was in 1876 op de veiling Karin Scharp te Stockholm.
Van meer belang voorzeker was de aankoop, dien het Museum zelf,
dank zij den steun van den koning en van verschillende kunstvrienden,
heeft kunnen doen, toen het voor 33.500 kronen een eersterangs Frans
Hals bemachtigde. Het werk dat achtereenvolgens deel heeft uitgemaakt van
de verzamelingen Schlegel, Anckarsward en Gripenstedt, is van omstreeks
1630 en stelt een vioolspelend heer voor. In Museum Boymans te Rotterdam
is een in 1655 door Matthys van den Berch geteekende copie, waarop de
naam van den voorgestelde is aangegeven, zijnde zekere Daniël van Aken,
die echter overigens onbekend is.
Ten slotte een klein paneeltje met zingende boeren, met Egbert van
Heemskerk's monogram gemerkt, gekocht voor 700 kronen.
E. W. Moes.
Aanteekeningen.
IV. Weverij in Nederland.
In den oproep tot het stichten eener weverijcollectie, die in het vorig
nummer werd opgenomen (blz. 243), wordt ook gewezen op het belang
der Nederlandsche weverij in de zestiende en zeventiende eeuwen. Als een
te Dresden een stilleven van hem aanwezig is. Om van schilderijen in
particulier bezit en van niet gemerkte stukken niet te spreken, bleven
dus o.a. die in de musea te Aken, Augsburg, Hamburg, Hannover, Karlsruhe,
Keulen, Leipzig, München, Oldenburg, Pesth, Rotterdam en Schwerin
onbekend aan iemand, die over Heda meende te mogen schrijven.
Amsterdam. E. W. Moes.
Museum te Stockholm.
Op den vroeger door mij besproken uitnemenden catalogus van de
schilderijen in het Nationalmuseum te Stockholm is een supplement ver-
schenen, dat eenige nieuwe aanwinsten en gewijzigde toeschrijvingen bevat,
die ik, voor zoover ze de oud-Hollandsche kunst betreffen, hier kortelijk
wil aanstippen.
De vroeger met aarzeling aan Joachim Bueckelaer toegeschreven keuken-
scène van 1562 wordt thans met beslistheid aan diens oom en leermeester
Pieter Aertsz. toegekend. »
Nieuw verworven is een stuk van Abraham van Cuylenborch, als
gewoonlijk een grot voorstellende waarin nimfen zich in de nabijheid van
antieke bouwvallen baden. Het is gelegateerd door den Heer Johan Scharp
en was in 1876 op de veiling Karin Scharp te Stockholm.
Van meer belang voorzeker was de aankoop, dien het Museum zelf,
dank zij den steun van den koning en van verschillende kunstvrienden,
heeft kunnen doen, toen het voor 33.500 kronen een eersterangs Frans
Hals bemachtigde. Het werk dat achtereenvolgens deel heeft uitgemaakt van
de verzamelingen Schlegel, Anckarsward en Gripenstedt, is van omstreeks
1630 en stelt een vioolspelend heer voor. In Museum Boymans te Rotterdam
is een in 1655 door Matthys van den Berch geteekende copie, waarop de
naam van den voorgestelde is aangegeven, zijnde zekere Daniël van Aken,
die echter overigens onbekend is.
Ten slotte een klein paneeltje met zingende boeren, met Egbert van
Heemskerk's monogram gemerkt, gekocht voor 700 kronen.
E. W. Moes.
Aanteekeningen.
IV. Weverij in Nederland.
In den oproep tot het stichten eener weverijcollectie, die in het vorig
nummer werd opgenomen (blz. 243), wordt ook gewezen op het belang
der Nederlandsche weverij in de zestiende en zeventiende eeuwen. Als een